. Zederyke zinnebeelden der tonge . cat, Me luit. D e dartleJongen, door zyn onbezonnen loopen Gevallen op de ftraat, Ontfteekt van dwaazen haat,Dies moet het dadelyk de onnoofle (leen bekoopen. Hy grypt hem van den grondt, En werpt hem zoo terftondtVol gramfchap neer uit all zyn krnghten; Hy maakt een groot misbaar, Vervloekt den fteen om t uitgedaan gevaar,En doemt hem, onder duïzendt klaghten, Als óf hy de oorzaak van zyn ongevallen waar»De Jongen geeft den aardt te kennen Van menfchen, die door nydt vervoert, Of dolle grimmigheidt beroert,Van t fpoor der rede rennen, En hunne naaften, door


. Zederyke zinnebeelden der tonge . cat, Me luit. D e dartleJongen, door zyn onbezonnen loopen Gevallen op de ftraat, Ontfteekt van dwaazen haat,Dies moet het dadelyk de onnoofle (leen bekoopen. Hy grypt hem van den grondt, En werpt hem zoo terftondtVol gramfchap neer uit all zyn krnghten; Hy maakt een groot misbaar, Vervloekt den fteen om t uitgedaan gevaar,En doemt hem, onder duïzendt klaghten, Als óf hy de oorzaak van zyn ongevallen waar»De Jongen geeft den aardt te kennen Van menfchen, die door nydt vervoert, Of dolle grimmigheidt beroert,Van t fpoor der rede rennen, En hunne naaften, door den fteen alhier verbeeldt,Als t werktuig hunner rampen, vloeken, Schoon eigen fnoodtheidt die meeft teelt,En Elementen, Hel en Doodt tdt wreekers zoeken. Maar hoe gy ook uw bitze tongen fcherpt,Verdoolde waereldtlingen, Enuwenevenmenfch, gelyk een fteen, verwerpt,XJw roekelooze vloek zal naar uw ftraffe dingen, En, als de zwaluwen vervliegen, gaan te niet. Gelukkige, dien rede en liefde alleen gebiedt! Livor der T O N G E. 217. Lhor ovans damnls, coeco pr&cordia flucluVerfat, &ƒ horrificis afperat ora mini f. Aeolus ore fremit, Nept anus peÜore fpumat zVis dicam, innocu<e noxia ei afpis api, B. C OS C*f 2i8 ZINNEBEELDEN Caelius Rhodiginus verhaalt in t i f boek van zyneoude Leezingen in t 2$\ hoofdtftuk, dat de Sa-ralyn Abdala, van iemant gevraagt, wat hem inde ge-heele waereldt het verwonderenswaardighftevoorquam,geantwoordt heeft; de rnenfch. zynde het hoofdt alseengetoorendtkafteel van een overheerelyken bouwor-der, waar tegens echter nogh sommige roekeloozen heb-ben durven inleggen , en verwytender wyze vraagen,waaromme de Schepper het rioel van ons hoofdt vlakvan vooren in t aangezicht geplaaft magh hebben, voe-gende daar by, dat, wanneer zy de bouwmeefters had-den geweeft, ofte om raadt geroepen waaren, zyflechtséén oog alleen in t voorhoofdt, één oor aan de rechtezyde van t hoofdt, en den neus aan de linke zyde ge-plaatft zouden hebben, gelyk nu de loozing


Size: 1595px × 1567px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems