. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. n groote lars (mirong-kentee-kenen). Om deze motieven slingeren zich bloem- enbladranken, en hier en daar zijn ook vogel-figuren afgebeeld. 22. Sëmèn rëmënglatar irëëmëng = schemerig, als bij het aan-breken van den dag. Zich aaneenrijende loot-krullen (sëmèn-kenteekenen) en sawat-kenteekenen, hieren daar afbeeldingen van huisjes, driehoek-jes, groote lars (mirong-kenteekenen). Endaaromheen stekelige bloem-ornamenten. 23. Tjoewiri latar irë = allerlei gebloemte. Precies zooals bij de veel op elkaar gelij-kende sëmèn-patr


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. n groote lars (mirong-kentee-kenen). Om deze motieven slingeren zich bloem- enbladranken, en hier en daar zijn ook vogel-figuren afgebeeld. 22. Sëmèn rëmënglatar irëëmëng = schemerig, als bij het aan-breken van den dag. Zich aaneenrijende loot-krullen (sëmèn-kenteekenen) en sawat-kenteekenen, hieren daar afbeeldingen van huisjes, driehoek-jes, groote lars (mirong-kenteekenen). Endaaromheen stekelige bloem-ornamenten. 23. Tjoewiri latar irë = allerlei gebloemte. Precies zooals bij de veel op elkaar gelij-kende sëmèn-patronen, hiervoren sub 15t/m 22 behandeld, treft men ook hierbij het-zelfde versieringsprincipe aan, om het veldte verdeelen door rijen van gebogen lijnen(sëmèn-kenteekenen). Daartusschen zijnafbeeldingen geplaatst van bloemen, vleu-gels, dieren, huisjes, enz. 24. Sëmèn kaloeng latar a 1 o e n g = halsketting. Groote dubbele lars met staart (sawat-kenteekenen); bij de verbindingen onder-aan slingeren aan weerszijden behaarde 214. Plaat 16. SAROENG KARET (KAÏN KARET) VAX MEESTER CORNELIS. Patroon: lèrèng. (Zie blz. 229.) guirlandes langs den vleugel. Verder: hoekmotieven, afbeeldingen van vruchten, enz. 25. Sëmèn tritis latar = drup. Op soga-kleurig krullig veld: lars Imirong-kenteekenenJ, bloem-ranken, zigzaglijnen,kwastvormige bloem-ornamenten, huisjes-afbeeldingen, enz. 26. Sëmèn djlëngoet garoeda latar poetih. Djlëngoet ofdjaléngoet = met al zijn aandacht aan iets zitten, meer bepaald: zitten, in ge-bogen houding, zooals b. v. van een schoenmaker. Hier moet sëmèn djlëngoet meer als alge-meene benaming van batikselworden opgevat. Garoeda = een klassieke, fabelachtige ranken, die uit rozetvormige middens ontspringen. Voorts: groote vleugel-afbeel- ^fl


Size: 1243px × 2010px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912