. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . en ^nd^vijandljck int werck was,fo maekte hij hem haeft van daer, endeWilde hem niet langer betrouwen. Sabellicus. LX VII. E En LanJ-man vond intwout een ruygen Satyr dolen,_ Dicdood van koude fchier zat in een holgefcholen,Hij bracht hem in zijn huys en deed hem goede cier:De Satyr^ boven menfch en onder als een dier,Gemercknamj dat de ^ö^rom dhanden tebefc


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . en ^nd^vijandljck int werck was,fo maekte hij hem haeft van daer, endeWilde hem niet langer betrouwen. Sabellicus. LX VII. E En LanJ-man vond intwout een ruygen Satyr dolen,_ Dicdood van koude fchier zat in een holgefcholen,Hij bracht hem in zijn huys en deed hem goede cier:De Satyr^ boven menfch en onder als een dier,Gemercknamj dat de ^ö^rom dhanden tebefchermenIn zijne vuyftcn blies, op dathij mocht verwermen Zijnkneukels fchier verftijft van koude opt windig veld ::Oock zagh hij dat de fpijze op s tafels rugh gefield,Door s Boeren adem dhett en brand werd afgeblazen:Verwondert overzulcx, began hij te verbazen, En vloot ter deuren uy t, beducht voor s lijfs datmer koude en hett met eenen adem blie; Die in deen hand het vuyr in dander t water houden,„Dewijzeman bedacht voorzichtelijckoytfchouden:„Want of haer wezen fchoon niet toont als liefde en jonft:>,jjZoo zijnzedoch niet vrij van boozetoover-konft» 68 Warande dek D i e r e k, <S8. Huyi^atte en SUlcken flickmuyl was Diogenes toegenaemt ofhij wel te huys genoeg te eten had, ib was hij nochtans lecker,ende had een groot verlangen na garners. Dies hij na de zee gingom garners te vangen, ende quamdaer om zijnleven,foodathijdie flickerij dier genoeg betaelde. AXHENiEUS. LXVIII. E En Huys-%4t niet vernoegt dat zij leefde als de vrije,En in eens koopmans huys hadde alle leckernijeVan fuycker en banckct, van wilt en van alles wat den difch eens handelaers bcflaet:Dies zij van dertelheyd beraen werd te verhuyzenAent dorre en vochte ftrang,daer ileeds de baren komende aen het Meyr en acn het natte zandDat alzins ligt verwaeyt, zij flucx een Oefler vand:Dies gretig nae den vifch van binnen heeft gegrepen,Maer / O


Size: 1730px × 1445px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1680, booksubjectemblems