. Het masker van de werelt afgetrocken . fchijn ko-men , baden al gelij ck mamere om op te blijven. Demoeder flonthqttoeaen de gene die iet fraeyts fou©nthouden hebben. Ttftjen feyd: hot er in de pap, leugens in den mont^Verratden hun eygen f elven ter feyd,van haer MeefleriTe gehoort te hebbe;-^S morgens bleecke Sonne-fchijn,Een Kindt dat drinckt den wijn,En eenvrouw diefpreech luétijn,Sa] het eynde droevigh Zpi.^ -^[laco had een quinckflaeghskejQ^öedat de Kinder-Sfigh vant quaet ghefelfchap moeten wachten :Die met de hondengaetftaépen~\Diefal van de vloyen ^2f6/ic pryf


. Het masker van de werelt afgetrocken . fchijn ko-men , baden al gelij ck mamere om op te blijven. Demoeder flonthqttoeaen de gene die iet fraeyts fou©nthouden hebben. Ttftjen feyd: hot er in de pap, leugens in den mont^Verratden hun eygen f elven ter feyd,van haer MeefleriTe gehoort te hebbe;-^S morgens bleecke Sonne-fchijn,Een Kindt dat drinckt den wijn,En eenvrouw diefpreech luétijn,Sa] het eynde droevigh Zpi.^ -^[laco had een quinckflaeghskejQ^öedat de Kinder-Sfigh vant quaet ghefelfchap moeten wachten :Die met de hondengaetftaépen~\Diefal van de vloyen ^2f6/ic pryfende de nerffigheyt feyt,tgene fy die dagnog de maert onder het hafpelen had hooren daegh oockmaer een dr aey ken ge [ eynde vantjaer een alles gelijk op gefeythebbc nde,v er langden je-der een omt seerfle wie op foude dunktU, Philjthea^^^t den eerften prij s, ende deerfle wafelVf rdipirt fal h€i)ben, en op t€ ji*9ghen blijven l % Het Ma^sker f^ fehoonbeydt \s vcrganckdlijcK. Spotfchijnt yJEw f vetgmt ■-Il ) lan de WeveUt. Jjjp TT omt]ouffcrs y/iet dit ktnder-fpel f ^^-^^ En bebt^hy tijdt, hefiet het wel, . *-^*In leert eens uyt myn ongeval, - • ^^ ^ Het gene dat u dienen fal. ^^^^.^ ^• lek ^Uei hief met een pijpken opJ>ees bobbels uyt het zjepe-fop. ■ len ieder feght: hoe fraey is dat, • -^it^^^«5In is dit maereen druppel nat fT heeft fijnen luyfler kier en daer iAl oft eenen kj^ynen Hemd Chriflalyn, hoe fchooi? bet zy^In heef f er niet met allen t gene dat my dapper fpyt yEen oogenblick. ick benfè quyt:&y fchijnen wat j engaen te niet ^Daer vlieght het fpeeltjen foo gyfiet;Daervlieght dat fraey enlufiigb dingh ,Waer aen ick al myn finnen alsgy mynen handel k^ckt fIe/iet dan eens waert u gelijckt ilek weet van alle gaefDe alderfchoonfle, dat is ktaeuGhy hebt een Alabafien vcit,Waer op een farmiljoentjenfit jIn foofoet, engeefligh Kindt iDatgy wel eenen Prins ve


Size: 1280px × 1953px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorpoirtersadrien16051674, bookcentury170, bookdecade1710