. Album der Natuur. 328 flET ZODIAKAAL- OF DIEUENEIEMSLICHÏ. men gewoonlijk dat de znidelijke , dus ^m^er-grens, veel scherper is dan de noordelijke of rechter en met grooter zekerheid kan worden bepaald. Is dit laatste bij een deel der grens niet wel mogelijk, dan bepaalt men op die hoogte de sterren, die zich zonder twyfel in en huiten het zodiakaallicht bevinden. Bij een geringe kennis van de sterrenbeelden zijn dergelijke waarnemingen door lederen belangstellende in de wetenschap te volbrengen, en zijn ze dan ook vroeger door wijlen prof. argelander en kaiser zeer aanbevolen, door den laat


. Album der Natuur. 328 flET ZODIAKAAL- OF DIEUENEIEMSLICHÏ. men gewoonlijk dat de znidelijke , dus ^m^er-grens, veel scherper is dan de noordelijke of rechter en met grooter zekerheid kan worden bepaald. Is dit laatste bij een deel der grens niet wel mogelijk, dan bepaalt men op die hoogte de sterren, die zich zonder twyfel in en huiten het zodiakaallicht bevinden. Bij een geringe kennis van de sterrenbeelden zijn dergelijke waarnemingen door lederen belangstellende in de wetenschap te volbrengen, en zijn ze dan ook vroeger door wijlen prof. argelander en kaiser zeer aanbevolen, door den laatste o. a. in zyn: Handleiding voor de vrienden der Sterrehunde. Vooral zij die buiten wonen hebben tot dergelijke, de daaraan besteede moeite ruim beloonende waarnemingen, uitmuntende gelegenheid. Indien men zich de moeite getroost, in den herfst voor het morgen- krieken op te staan, zal men een dergelijke lichtpiramide in het oosten kunnen zien, die zich ongeveer even ver boven den horizon verheft; ja, er zijn in onze breedten dagen, waarop men 's morgens het ooste- lijke en 's avonds het westelijke zodiakaallicht kan waarnemen. Zoo \ Ster rek. Fig. 1. Waargenomen door prof. heis. 350 3W 330 320 310 301) 290 280 270 260 25C 2'-!0 2301220 210 200 SterrekLeriffte. zag prof. HEIS, 's avonds van den 23sten Dec. 1851 , ten 7 ure, het zo- diakaallicht aan den westerhorizon en den volgenden morgen om 5 uur dat aan den oosterhorizon. ' Jones zag eveneens, in den nacht van 4 op 5 Juli en van 5 op 6 Juli 1854, 's avonds en 's morgens de beide lichtpiramiden. Van de tijden van cassini af tot ongeveer den aanvang onzer eeuw was de kennis omtrent het onderhavige verschijnsel niet grooter dan met het nu meegedeelde overeenkomt. Natuurlijk begon men al spoe- dig hypothesen op te bouwen omtrent zijn wezen. De op sterrenkaarten ^ Fig. 1. geeft een schets van de op dezelfde kaart overgebrachte grenzen, uit deze waarnemingen Please note that these images are extracted from


Size: 2413px × 1036px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, boo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber368