Archive image from page 34 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. FiK. 15. Bloem van Vaccinium uliginosum, na het weg- nemen van het voorste deel der bloemkroon. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Noord-Europa in moerassige veen- streken en in bosschen op veengrond voor. Zij is bij ons zeer zeldzaam en bijna uitsluitend in het Oostelijk deel van Gelderland en verder bij Helmond en den Helder gevonden. Volksnamen. In Twente heet de plant rijsbes, in den Achterhoek van Gelderland spreekt men van stronkbèze


Archive image from page 34 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. FiK. 15. Bloem van Vaccinium uliginosum, na het weg- nemen van het voorste deel der bloemkroon. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Noord-Europa in moerassige veen- streken en in bosschen op veengrond voor. Zij is bij ons zeer zeldzaam en bijna uitsluitend in het Oostelijk deel van Gelderland en verder bij Helmond en den Helder gevonden. Volksnamen. In Twente heet de plant rijsbes, in den Achterhoek van Gelderland spreekt men van stronkbèzen. V. Vitis idaéa 1) L Roode boschbes (fig. 16). Bij dit heestertje wortelen de stengels aan den voet en hebben opge- richte, dunne, ronde, eerst groene, later roodbruine takken. De laatste zijn evenals de bladranden beneden en als de onder- zijde der bladnerven kort behaard. De bladen zijn van boven donkerder groen, van onderen bleek, zwak generfd en van klierpuntjes voorzien. Zij zijn blijvend, groen, glanzend, lederachtig, gesteeld, omgekeerd eirond of elliptisch , stomp of uitgerand met een klier- achtigen top, gaafrandig, met iets omgerolde randen. De bloemen staan in kleine, eindelingsche, dicht ineengedrongen, knikkende trossen. Zij zijn kort ge- steeld. De kelkslippen zijn kort driehoekig, spits, spaarzaam klierachtig gewimperd. De bloemkroon is wit, meest rosé aangeloopen, klokvormig, met naar buiten omgerolde slippen (fig. 16). De helmdraden zijn aan den rand behaard. De vrucht is scharlakenrood, zelden wit, bol- rond (fig. 16), glanzend, zuur. h 7-15 cM. Mei, Juni, en ook vrij veel in Augustus— October. Biologische bijzonderheden. Als beschutting tegen het opvreten door dieren dient het dikke opperhuidsvliesje der bladen en kiezelzuur in de opperhuidscellen dier deelen. Men vindt aan de ondervlakte der bladen kleine groefjes. In het midden van ieder dezer bevindt zich een knotsvormig deel, waarvan de kleine, dunwandige cellen slijmachtige, kleverige stoffen beva


Size: 1222px × 1636px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, archive, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, page, picture, plants, print, reference, vintage