. Album der Natuur. 216 DE BÜIDELDIEEEjS". Bij de monodelphe zoogdieren vinden wij eene orde van Tandeloozen {Edentata). Ook bij de Buideldieren vinden wij een dier, den Tarsipes, op Meuw-Holland , dat men ook tandeloos noemt, niet omdat 't geen tanden heeft, maar omdat die zeer klein en zwak zijn en zeer ligt uitvallen. Even als de inderdaad tandelooze miereneters, vangt dit kleine diertje insekten met zijne lange, dunne tong , doch zuigt ook honig uit de Eucalyptus-bloemen. I^og andere Buideldieren leven mede van insekten , maar komen daarbij in gebit en door hun leven laag bij den gron


. Album der Natuur. 216 DE BÜIDELDIEEEjS". Bij de monodelphe zoogdieren vinden wij eene orde van Tandeloozen {Edentata). Ook bij de Buideldieren vinden wij een dier, den Tarsipes, op Meuw-Holland , dat men ook tandeloos noemt, niet omdat 't geen tanden heeft, maar omdat die zeer klein en zwak zijn en zeer ligt uitvallen. Even als de inderdaad tandelooze miereneters, vangt dit kleine diertje insekten met zijne lange, dunne tong , doch zuigt ook honig uit de Eucalyptus-bloemen. I^og andere Buideldieren leven mede van insekten , maar komen daarbij in gebit en door hun leven laag bij den grond met de Insekteneters {InBectivoTo) onder de monodelphen vrij naauwkeurig overeen, b. v. met den egel, de mol enz. Bij deze dieren zijn de achterpooten merkelijk langer dan de voorpooten, ofschoon niet in die mate als bij de Ken- goeroe's. Zij worden bijeengevat in het geslacht Parameles. Echter behoort hier nog een ander insektenetend Buideldier, de Choeropus ^ een dier van de grootte van een klein konijn, met zeer lange en dunne ^ig' 8. pooten en staart. Opmerkelijk is het, dat dit dier aan de vooi'pooten t;;vee hoeven en aan de achterpooten één hoef bezit, en daardoor, maar daardoor ook alleen, deels de tweehoevigen, deels de eenhoevigen herinnert. Yan de Insektenetenden gaan wij over tot de Yleeschetenden, en vinden dan een aantal geslachten, die in gebit, lig- chaamsvorm en leefwijze met geslachten der verscheurende monodelphe dieren ( Carnivora) overeenkomen. Wij kunnen deze splitsen in twee onderafdcelingen. De eerste bevat al de Amerikaansche Buideldieren, die zich daardoor vooral onderscheiden, dat zij den duim van de .,., - , ^, achtervocten aan de overisre teenen kun- Acüter- en voorpoot van Choeropus '^ cmtanotis. nen tegenoverstellen , zoodat zij als het ware handen aan de achterpooten hebben, waarmede zij zicli aan de takken der boomen vasthouden. Voorts bezitten zij een langen, naak- ten grijpstaart. Hun kop is spits, hun ligchaam laag op de pooten en hunne


Size: 1172px × 2133px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, boo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber252