. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. â CYPERACEAE. â 383. op zonnige heuvels, in drofje bosschcn en op >,'razi},'e plaatsen. Zij is bij ons bij Nijmegen en Maastricht gevonden. C. brizoides ') L. T r i l g r a s-z e g g e (fig. 295). Deze soort onderscheidt zich van C. Schreberi door de toiiwachtige nitioopers. Destengel is dun en slap, boven ruw. ten slofte tot liggend, tijdens den bloeitijd meest korter dan de bladen. De buitenste bladen hebben lichtbruine schceden en lange, slappe, lichtgroene, smalle bladschijven. De bloeivvijze is meest langwerpig, meestal niet meer dan 2 cM l


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. â CYPERACEAE. â 383. op zonnige heuvels, in drofje bosschcn en op >,'razi},'e plaatsen. Zij is bij ons bij Nijmegen en Maastricht gevonden. C. brizoides ') L. T r i l g r a s-z e g g e (fig. 295). Deze soort onderscheidt zich van C. Schreberi door de toiiwachtige nitioopers. Destengel is dun en slap, boven ruw. ten slofte tot liggend, tijdens den bloeitijd meest korter dan de bladen. De buitenste bladen hebben lichtbruine schceden en lange, slappe, lichtgroene, smalle bladschijven. De bloeivvijze is meest langwerpig, meestal niet meer dan 2 cM lang, meest wat los. Ze bestaat uit tijdens den bloeitijd smal lancetvormige, tenslotte omgekeerd eironde, meest iets gekromde aartjes. De kafjes (fig. 295) zijn witachtig glanzend met groene kiel, ten slotte stroogeel. De urntjes (fig. 295) zijn iets langer dan de kafjes, langwerpig-lancetvormig, circa 3 mM lang, van den voet af gevleugeld met iets gezaagd ruwen rand, groen. De vrucht (fig. 295) is zeer klein, eirond, vlak, bruin. '^â . 3-6 dM. Mei, Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden-, Oost- en Zuid-Europa in beschaduwde bosschen voor. Zij is bij ons bij Apeldoorn en Wolfshaag (Zuid-Lim- burg) gevonden. C. vulpina-) L Voszegge (fig. 296). Deze plant is kaal en grasgroen. Zij is dicht carex brizoides zodenvormend en heeft een zeer krachtigen wor- Fig. 295. telstok, die met vele vezelige, zwarte overblijfsels van bladen bezet is. De stengel is stijf rechtopstaand, vrij dik, gevleugeld driekantig met ver- diepte zijvlakken, aan de kanten zeer ruw. Hij is eenigszins zacht, even lang als of langer dan de bladen, alleen beneden bebladerd. De onderste bladen hebben een vuil- bruine scheede en een 4-8 mM breede, vlakke, aan de randen zeer ruwe bladschijf. De 5-8 ei- ronde, veelbloemige aartjes zijn tot een aarach- tige of aan den voet iets pluimvormige, langwer- pig-cylindrische, meest zeer dichte, soms aan den voet afgebroken bloeiwijze vereenigd. De


Size: 1420px × 1759px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants