. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . erre van my : haafi u tot mij-tier hulpe. IV. F*. il èODDBLVKE •I>V; Figuur, Ben Ziele tot bekeerihg door de HeeftJefus aangedteven. IK beri gelijk eert Veuï, aan t tnoolen rad gefpand sDat eenmaal was voorby, dat komt weer voor dehand:Ik gaa foo fnel ik wil, t is altoos H felfde wefen ,Het felffte droevig werk dat komt my voor gereefen jt Is


. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . erre van my : haafi u tot mij-tier hulpe. IV. F*. il èODDBLVKE •I>V; Figuur, Ben Ziele tot bekeerihg door de HeeftJefus aangedteven. IK beri gelijk eert Veuï, aan t tnoolen rad gefpand sDat eenmaal was voorby, dat komt weer voor dehand:Ik gaa foo fnel ik wil, t is altoos H felfde wefen ,Het felffte droevig werk dat komt my voor gereefen jt Is niet als dag op flag, van t lijden in t verdriet,Het welk mijn arme Ziel hier op dees aard geniet:Het eene quaad is niet een wcynig aan het wijken,Oft ander groote komt daar dadelijk aan , goede Heer; metfooeenftrengefiri,Dit eyndeloos gewoel foo lange fchikken in ?Ach! fiet doch aart mijn druk* mijn arbeyd, en mijn woelen,-En laat mijn eens de troeft van uw genade voelen, Öpent>. 3. Vers 19. Soo wie ik lief hehhe, die leftraffe ende kaftjjde ik: meefidan yverig) ende bekeert «. IV. Fü Lt&gDE-VtAMMEN. t* IV. Figuur. Weeft niet gelijk een Paara, gelijk en Muyl Ezel ^i welk geen verftand en heeft. wrAv&vr 2r f. T裣3£fc£Ëi ft ïdUrmfnc Pfalin $6. verf \6, ij*Wend i\ tot my, en zijtmy genadig, geeft uwenknecht fterkte , ende verloft de Zoone uwerdienftmaagd. Doet aan my een teeken ten goe-den, op dat het mijne haters fien , ende bc-fchaamt werden, alsgyHeere, my geholpenende getrooft zult hebben, Am- 16 Ö Ö DDELFKB * Aanmerking op dè IK Figuur. h tS waarlijk opmerkend waardig-, dat, fboIhaaft en fal een Ziele hem niet tot God ge-keert hebben^ of alles fchijnt hem tegen te zyri,niet alleen de Wereld, de Satan y fijn Vleefch jmaar Öch helaas! het fchijnt voor hem in die duy-ftere geftalte, dat God , daar zy immers na foekt thaar tegen is. Wat fel zy doen? ÓdeHeereJefusmoet haar toevlucht dan noch evenwel zyn, alfchijnt het dat zy vervolgt erï


Size: 1770px × 1412px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidgoddelyke, booksubjectemblembooksdutch, booksubjectemblems