. De flora van Nederland. Plants. FAM1L1I-: 39. â CRnCII-I-RAF,. â 253 Gebruik. Vroc.^cr werd de plant als bloedzuivcrLMul middel veel aanj^e- weiid, later (.W>.\\ de aangenaam bittere smaak haar tot een genotmiddel worden, zelfs wordt zij wel als salade gegeten. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt door geheel Europa in beken, slooten en moerassen voor. De vorm a. genuinum is bij ons algemeen, /. asarifolinm is alleen bekend van Middelbert bij Groningen en van Leiden, y. intermedium van eenige plaatsen, c?. Siifolium alleen van den Maliebaanpolder bij Den Haag, £. parvifoliu


. De flora van Nederland. Plants. FAM1L1I-: 39. â CRnCII-I-RAF,. â 253 Gebruik. Vroc.^cr werd de plant als bloedzuivcrLMul middel veel aanj^e- weiid, later (.W>.\\ de aangenaam bittere smaak haar tot een genotmiddel worden, zelfs wordt zij wel als salade gegeten. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt door geheel Europa in beken, slooten en moerassen voor. De vorm a. genuinum is bij ons algemeen, /. asarifolinm is alleen bekend van Middelbert bij Groningen en van Leiden, y. intermedium van eenige plaatsen, c?. Siifolium alleen van den Maliebaanpolder bij Den Haag, £. parvifolium van Rheede aan de Laak, de Waal tegenover Rossum en bij Hees, Werkendam en HoUandsche hoeve (Zuid Beveland?). Volgens den Prodromus Florae Batavae zijn de variëteiten slechts stand- plaatsvariëteiten of meer of minder volkomen toestanden der plant. Zoo zou ,'3. asarifolium slechts een jeugdtoestand zijn, die onder omstandigheden een blijvenden toestand kan worden en is de var. intermedium een krachtig ontwikkelde, de var. Siifolium een nog krachtiger ontwikkelde toestand. N. amphibium ') (Róripa-) amphibia Bess.) Gele waterkers. (Fig. 289). Uit den kruipenden wortelstok, die ook uitloopers uitzendt, komen naar boven rechtopstaande, losbebladerde, krachtige stengels, die aan den voet en in de onderste knoopen vaak wortelen. De bladen zijn langwerpig-lancetvormig, stomp of tamelijk spits, getand of gezaagd, de onderste gesteeld, vaak kamvormig ingesneden of lier- vormig vinspletig, de bovenste met versmalden voet zittend, gaafrandig of getand. De bloemen staan in eindelingsche trossen, â¢op uitstaande stelen, zijn geel en vrij groot. De kelkbladen zijn geel, de kroonbladen tot 2 maal zoo lang als de kelk. De hauwen zijn eirond-langwerpig, langge- steeld en met den steel stijf afstaand of iets neerhangend (fig. 289). Zaden bruinachtig, met puntjes. 4,5â9 dM. 2^. MeiâJuli. Vormen er van zijn: y-. indivisuni 'â ^) D. C. Onderste bladen hoogstens aan den voe


Size: 1410px × 1772px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants