. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. — COMPOSITAE. — 339 OndcrKrocp A u c r a t i n a e (de eeni^e inlandsche). Vrucht 3-5-ribbi>;. Bladen meest tej^enoverstaand. üesl. Eupatorium. -^ Groep 2. Astereae Cass. Hoofdjes meest met lintvormiKe. vrouwelijke, zelden ^j (,'eslrchtloozc strarlbloemen en buisvormipe, 2-slachtiKe schijfbloemen. Stijltakken lijnvormig' of lanKWcrpic, meest Fin. A\S. spits, van buiten vlak, van boven dicht behaard. Stcmpelstrepcn ophoudend daar, waar de beharing van builen begint, niet samenvloeiend (fip. 419). Bladen onge- deeld. Ondergroep 1. Solidagininae H


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. — COMPOSITAE. — 339 OndcrKrocp A u c r a t i n a e (de eeni^e inlandsche). Vrucht 3-5-ribbi>;. Bladen meest tej^enoverstaand. üesl. Eupatorium. -^ Groep 2. Astereae Cass. Hoofdjes meest met lintvormiKe. vrouwelijke, zelden ^j (,'eslrchtloozc strarlbloemen en buisvormipe, 2-slachtiKe schijfbloemen. Stijltakken lijnvormig' of lanKWcrpic, meest Fin. A\S. spits, van buiten vlak, van boven dicht behaard. Stcmpelstrepcn ophoudend daar, waar de beharing van builen begint, niet samenvloeiend (fip. 419). Bladen onge- deeld. Ondergroep 1. Solidagininae Hoffm. Straal- en schijfbloemen gelijk gekleurd of de eerste ontbrekend. Gesl. Solidago. Ondergroep 2. B e 11 i d i n a e Hoffm. Straal- en schijfbloemen verschillend gekleurd. Kelkzoom weinig ont- Flg. 419. wikkeld of ontbrekend. Gesl. Bellis, Callistephus, Aster, Erigeron. Groep 3. luuleae Cass. Bladen meest verspreid, ongedeeld, gaafrandig. Algemeene bloembodem meest zonder strooschubben. Randbloemen vrouwelijk, vaak lintvormig, zelden 2-huizige planten. Schijf- bloemen meest 4-tandig. Kelkzoom meest uit haren bestaand. Ondergroep 1. Filagininae Hoffm. Bloemen alle buisvormig, de buitenste of alle met op de omwindselbladen gelijkende strooschubben voorzien. Planten wollig of viltig. Omwindselbladen met rand, vaak metaalglanzend. Gesl. Evax, Filago. Ondergroep 2. Gnaphalieae Hoffm. Omwindselbladen aan den rand soms geheel droogvliezig of met uitgespreide (stralende) aanhangsels. Bloembodem zonder strooschubben. Stijl meest aan den top gedraaid, met een enkelvoudigen krans van veegharen. Stempelstrepen randstandig. Stijlen der onvrucht- bare bloemen stomp, meest knots- of bolvormig. Overigens als de vorige. Gesl. Antennaria, Anaphalis, Gnaphalium, Helichrysum. Ondergroep 3. Inulinae Hoffm. Algemeene bloembodem (bij de inlandsche geslachten) zonder strooschubben. Kelkzoom uit haren bestaand. Randbloemen (bij onze geslachten bijna steeds) vrouwelijk, lintvor


Size: 1891px × 1321px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants