. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . ucht word eeuwig niet verteerd. N a Psalm 188 Spiegel van het Psalm CVII: 23, tot 3z. D ie met fchepen ter zee afvaaren, handel doen-de op groote wateren, Die zien de werken des Heeren, enzyncwonderwerken, in de diepten. Als hy fpreekt, zo doet hy eenen flormwindopftaan, die haare golven om hoog verheft. Zy ryzen op naar den hemel, zy daalen nedertot in de afgronden: hunne ziel verfmelt van angft. Zy danfen en waggelen, als een dronken man,en a


. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . ucht word eeuwig niet verteerd. N a Psalm 188 Spiegel van het Psalm CVII: 23, tot 3z. D ie met fchepen ter zee afvaaren, handel doen-de op groote wateren, Die zien de werken des Heeren, enzyncwonderwerken, in de diepten. Als hy fpreekt, zo doet hy eenen flormwindopftaan, die haare golven om hoog verheft. Zy ryzen op naar den hemel, zy daalen nedertot in de afgronden: hunne ziel verfmelt van angft. Zy danfen en waggelen, als een dronken man,en al hun wysheid word verflonden. Doch roepende tot den Heere in debe-naaudheid die zy hadden : zo voerde hyze uithunne angften. Hy doet den ftorm ftil ftaan, zo dat hunne gol-ven ftilzwygen. Dan zynze verblyd, omdatzegeftildzyn, endat hyze tot de haven hunner begeerte geleid heeft. Laatze voor den Heere zyne goedertieren-heid looven, en zyne wonderwerken voor de kin-deren der menfèn, En hem verhoogen in de gemeente des volks,cn in t geftoelte der oudften hem roemen. Die / Menselyk Bedryf. De ZEEMAN. DietOoftcn wil bereiken,Moet ó Zeeman, die de woefte baaren,Op goede hoop, zo ver doorploegt,Die zich op reis naar t heilland voegt, Moet ook een wilde zee bevaaren;Maar houd hy (treek, daar s geen geval,Dat hem goê reis beletten zal. N 3 Mat- dij® Spiegel van het Mattheus IV: 18, tot 2,2. En Jezus wandelende aan de zee van Galilea,Zag twee broeders, [naamelyk] Simon, gezegdPetrus, en Andreas zynen broeder, het net in deZee werpende: (want zy waaren viflèrs.) En hy zeidetothen, Volgt my na, en ik zal uviflèrs der menfen maaken. Zy dan terftond, de netten verlaatende, zyn hemnagevolgd. En hy, van daar voortgegaan zynde, zag twee\ andere broeders, [naamelyk] Jakobus,den [zoon]van Zebedeus, en Joannes zynen broeder, in hetfchip met hunnen vader Zebedeus, hunne nettenvermaakende, en heeft hen geroepen. Zy dan terftond, verlaatende het fchip, en hun-nen vader, zyn


Size: 1508px × 1656px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712