. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . dctquequidvis veile, quifpcrat : nflK„f li ifK^, «J«5. id eft: Ante viii^oriam cncomium ^ie Ijet ïjarna.é aentrecfet en fal F)em niet beroe=nien/gelijtli een bie tjetöarnaji aflcpt. i 1. Neede maket the old wife trot. ^e noot bie öort een oubt totjf b^abcn<&oth ober (lootcn/ iJbcr grabcn. Het beeldt diende te we/en een eiidt wijf die voor loopt verfchricktvaneenbeyr,ofanderviiiltdier,dat{-jan fijn banden los zijndegewirden) haer nae loopt. Clet wat de noot ons Ieert:Sy die met kromme leden Qiy,m traeg elijkeen flekalle


. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . dctquequidvis veile, quifpcrat : nflK„f li ifK^, «J«5. id eft: Ante viii^oriam cncomium ^ie Ijet ïjarna.é aentrecfet en fal F)em niet beroe=nien/gelijtli een bie tjetöarnaji aflcpt. i 1. Neede maket the old wife trot. ^e noot bie öort een oubt totjf b^abcn<&oth ober (lootcn/ iJbcr grabcn. Het beeldt diende te we/en een eiidt wijf die voor loopt verfchricktvaneenbeyr,ofanderviiiltdier,dat{-jan fijn banden los zijndegewirden) haer nae loopt. Clet wat de noot ons Ieert:Sy die met kromme leden Qiy,m traeg elijkeen flekallenxkens aengctredc, Dic loopt nu tonder ftock, die maeckt nu grooten la trippelt op het velt gclijck een kievit doet.(fpoet. Noot is een harde fchool; fy kan demenfchcn lecrcn Haer aengeboren aen, haer fwackhcyt over-heeren; Noot is een bitter kruyt, dat dikmael heeft gewracht Dat niemant heeft gcdaé.dat niemant heeft gedacht. Hoogd. QBann ctiKtn Mi tvaffa tntf mmi 15^ <en b;öt öm tfcl tot ör n ö:anf jn. De yuan h/chmtientd^nefd,ffrecckt- T Ckhebbe veel gefleuy t, ick hebbe veel gerprokcn, -*• lek hebbe my den kop nu langen rijt gebroken,lek hebbe boven dat uy t feilen moet getiert,En dit onweeligh beeft in geenen deel ge viert, lek hebbe naderhant het grilligh dier geflagen. IVJits ick fijn fteegen acrt niet langer konde dragen,lek heb et menighmael getogen metten toom,En metgeheeler kracht gebogen nae den ftroom: Maerof mijn galle rees, fy mochte wederfincken, Al wat ick oy t begon, t en heeft niet willen drincken;Dus ben ick ganlch ontftelt, en gae nu weder aen,En fal my aen het beeft (nae dat my dunckt) ontgaen. Maer heb ick oock gelijck foo by fter uy t te varen ? Ick bidde,mijn vernuft,eylaetons wat bedaren,Ey laet ons fonder gal, en met een ftillen geeftEens wegen, foo het dient, de fake van het beeft. Waerom doch fal de fpijt in mijnen geeft ontvoncken ; Het beeft dat isgclaeft, en heeft alreets gedroncken;Dies heeft et geenen wil (hoe vinnigh dat i


Size: 1598px × 1563px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems