. De flora van Nederland. Plants. 260 â OROBANCHACEAE. â FAMILIE 97. ]. Orobaiiche') L. Bremraap. Bloemkroon klierachtig behaard of glad. Onderlip uitgespreid 3-lobbig. Meeldraden aan den voet der bloemkroon of iets hooger ingeplant. Stempel 2-lobbig. Doosvrucht zich in het midden of aan den top met kleppen openend. Bloemen geelbruin, rosé, vleeschkleurig, witachtig, blauw of violet, zit- tend, in een eindelingsche aar, met aan den voet van iedere bloem 1 of 3 schutbladen. Stengel stijf rechtopstaand, dik, vleezig, soms aan den voet verdikt, al of niet vertakt met tal van aan den top verdroge


. De flora van Nederland. Plants. 260 â OROBANCHACEAE. â FAMILIE 97. ]. Orobaiiche') L. Bremraap. Bloemkroon klierachtig behaard of glad. Onderlip uitgespreid 3-lobbig. Meeldraden aan den voet der bloemkroon of iets hooger ingeplant. Stempel 2-lobbig. Doosvrucht zich in het midden of aan den top met kleppen openend. Bloemen geelbruin, rosé, vleeschkleurig, witachtig, blauw of violet, zit- tend, in een eindelingsche aar, met aan den voet van iedere bloem 1 of 3 schutbladen. Stengel stijf rechtopstaand, dik, vleezig, soms aan den voet verdikt, al of niet vertakt met tal van aan den top verdrogende schubben bezet, even- als de schubben beneden meest spaarzaam, boven dicht klierachtig kort behaard. Planten eenjarig of overblijvend. Biologische bijzonderheden. De zaden (fig. 323) vallen op den bodem, zij bevatten een kiem, die slechts uit eenige gelijksoortige cellen bestaat en niet geleed is. De ontkieming heeft op den bodem plaats en daarbij ontstaat eenvoudig een draadvormig deel, dat aan het eene einde nog met de zaadhuid als met een mutsje bedekt is. Het onderste einde van dit draadvormige deel groeit in een schroef- lijn naar beneden in den grond en zoekt nu den wortel eener voedsterplant. Vindt het dezen niet spoedig, dan verdroogt het kiemplantje, komt het echter tegen den wortel eener plant, die geschikt is om het '''â 'â ^''^'^â ^MIjêWi/MÃMi^M jonge plantje te voeden, dan legt het er zich dicht tegen aan en verdikt zich flesch- Ontkieming van een Orobanchesoort. ^Ormig. Nog StCCdS iS het bOVCUeind doOf Fig. 323. ° ° de zaadhuid omgeven, maar dit deel schrompelt nu ineen en verdwijnt. Het verdikte deel is nu echter wrattig geworden en die wratten verlengen zich. Ook op de plaats van aanraking is zulk een tot een draad uitgroeiende wrat ontstaan. Deze is naar binnen gegroeid in de schors en groeit daardoorheen tot in een vaatbundel van het hout en nu treden de vaten, die zich intusschen in het kiemplantje gevormd hebben, door dit uitsteeksel in


Size: 1727px × 1446px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants