. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE ó2. — CARYOPHYLLACEAE. 167. bouwland en op rotsen in West- en Midden-Europa voor. Bij ons is zij meestal een verwilderde sierplant en is vrij zeldzaam aangetroffen in zandige streken tussclien houtgewas. S gallica') L. F r a n s ch e silene (fig. 2ÜÜ). Uit den penwortel verheft zich een rechtopgaande of opstijgende, niet of weinig vertakte" stengel, die verwijderd bebladerd is en behaard, naar boven zelfs klierachtig. De onderste bladen zijn langwerpig-spatelvormig, in een steel versmald en stekelpuntig, de hoogere zijn lancetvormig en spits. De b


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE ó2. — CARYOPHYLLACEAE. 167. bouwland en op rotsen in West- en Midden-Europa voor. Bij ons is zij meestal een verwilderde sierplant en is vrij zeldzaam aangetroffen in zandige streken tussclien houtgewas. S gallica') L. F r a n s ch e silene (fig. 2ÜÜ). Uit den penwortel verheft zich een rechtopgaande of opstijgende, niet of weinig vertakte" stengel, die verwijderd bebladerd is en behaard, naar boven zelfs klierachtig. De onderste bladen zijn langwerpig-spatelvormig, in een steel versmald en stekelpuntig, de hoogere zijn lancetvormig en spits. De bloemen zijn wit of rosé en staan in 1 of 2 schijntrossen aan den stengeltop (de 2 trossen zijn vaak ongelijk en de bloemen naar eene zijde gekeerd). Zij zijn recht- opstaand of horizontaal afstaand. De schutbladen zijn klein. De kelk is langwerpig-buisvormig, later als vruchtkelk eirond, met lancet-priemvormige tanden, meest ruw behaard (fig. 200). De kroon- bladen zijn fijn getand of uitgerand met tandjes aan de keel. De doosvrucht is eirond, met korten vruchtdrager (fig. 200). De zaden zijn op de vlak- ken verdiept, op den rug vlak. O. 1,5-4,5 dM. Juni, Juli. De variëteit /3. quinquevülnera-) Koch. heeft op de kroonbladen in het midden een bloedroode vlek en is in een tuin te 's Gravenhage, op een proef- veld te Dordrecht, in een tuin te Ruurlo, te Apeldoorn, overal echter op- geslagen, gevonden. S. gallica gelijkt in bloeiwijze en door de kortgesteelde doosvrucht het meest op S. dichotoma en S. conica. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op zandig bouwland in Midden- en Zuid-Europa voor. Zij is bij ons vrij zeldzaam, het meest nog op diluvialen zandgrond. 24. Coronaria ^) L. Kelk buisvormig, soms aan den top een weinig verwijd, met ribben, die tusschen de kelktanden uitloopen, 5-tandig. Kroonbladen langgenageld, de nagels gewoonlijk zonder scherpe vleugellijsten, steeds met schubben aan de keel. Meeldraden 10. Stijlen 5, voor de kelkbladen staand. Doos


Size: 1289px × 1939px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants