. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . e zee,En efter wort het dier gewontAlleen maer door een gauwen vont,Het wort gevangen en gelchentOock in fijn eygen element,En dat noch van een fchippers gaftDie nau acht voeten hoogh en iemant hier de reden van ? Wat is et dat ick feggen kan,Als dat gewelt en groote krachtWort in der haefi tot niet gebracht,t En fy dat wijsheyt voor en nae,t En fy beley t te roere ftae ?Want anders fiet men dat geweltDoor eygen krachten wort gevelt. Ghy bout dan niet op groote macht,En min noch op u eygen kracht jMaer doet ufaecken metverftantW^ant dat is


. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . e zee,En efter wort het dier gewontAlleen maer door een gauwen vont,Het wort gevangen en gelchentOock in fijn eygen element,En dat noch van een fchippers gaftDie nau acht voeten hoogh en iemant hier de reden van ? Wat is et dat ick feggen kan,Als dat gewelt en groote krachtWort in der haefi tot niet gebracht,t En fy dat wijsheyt voor en nae,t En fy beley t te roere ftae ?Want anders fiet men dat geweltDoor eygen krachten wort gevelt. Ghy bout dan niet op groote macht,En min noch op u eygen kracht jMaer doet ufaecken metverftantW^ant dat is vry al vafter bant. Cicero: No» ^iribus, tion ^elocitate aut celeritate corporum resmagyixgeïmtur^Jcd conflio ij jcntentia. ValeriusFlaccust ftipc acripotiorprudentia dextra. Cicero:Parumjmt arma foris, nijifit confüiumdomi. Idem: Cedant arma Tog<i. Gallicum Adagium:Mieux vaut ertgin queforce, Italicum proverbium: Buona lajoi\a mcgliolingegno, Horat. Vis confilii expers mok ruitjua. DAT DAT SICH KAN DROOPEN, IS BEST TE KOOPEx^ VUL. ICk hebbe goet verftant van al de keucken-ftrekeö,Dies kan ick van gebraet en van gefoden fpreken ;Wel hoort dan eens een neemtet vlijtigaen,Al komtet vaneen koek, het kan oock verder u vet ontbreeckt om u gebraet te droopen,Soowachtu,watjcdoet, van magervleystekoopeh;Een blauwen Ichapen-bout en wil geé fchralcn heert,Maer vleys dat mager is dat eyft een vetten dunckt, beminde vrienr, ghy fijt niet wel te vreden ,Enfcgt(naedathetfchijnt) dit fijn maer keuken-redenjIck bidde, neemt gedult, en Iwijght een weynigh ftil,Ghy fialt et haell verftaen waer dat ick henen wil: Al fpreeck ick, lieve maet, alleen maer van het koken,O vryer, Iet er op, het is tot u gelproken :Het is een korie les, u dienftigh in de min jU dienftigh boven al omtrent het ghy een teere maeght niet bieden goede dagen,Al wat ick bidden magh, foo wacht et haer te vragen jWant fooje my gelooft j die vry dit ambacht kan,Het vleys dien


Size: 1705px × 1466px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems