. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 41. — VIOLACEAE. — 325 V. persicifólia ') Schk. De stenj^^el is rechtopstaand, oiibeliaard. De bladen hebben een eironden of zeldzaam hartvorniigen voet, zijn stomp of spits, met bijna rechte zij- randen. De steiinbladen zijn lancetvormig, even lang als de naar boven iets gevleugelde blad- steel , franjeachtig gezaagd. De bloemstelen zijn onbehaard en dragen 2 smalle schutbladen. De spoor is even lang als of iets langer dan de kelkaanhangsels. 5-15 cM. ^. Mei, Juni. Bij ons komt alleen de vorm ,5. pümila -) Chaix. (fig. 391) het m e 1 k v i o o 11 j e


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 41. — VIOLACEAE. — 325 V. persicifólia ') Schk. De stenj^^el is rechtopstaand, oiibeliaard. De bladen hebben een eironden of zeldzaam hartvorniigen voet, zijn stomp of spits, met bijna rechte zij- randen. De steiinbladen zijn lancetvormig, even lang als de naar boven iets gevleugelde blad- steel , franjeachtig gezaagd. De bloemstelen zijn onbehaard en dragen 2 smalle schutbladen. De spoor is even lang als of iets langer dan de kelkaanhangsels. 5-15 cM. ^. Mei, Juni. Bij ons komt alleen de vorm ,5. pümila -) Chaix. (fig. 391) het m e 1 k v i o o 11 j e (V. stag- ni'na ^) Kit) voor. De plant is klein , de stengel is dunner, evenals de, aan den voet vaak wig- vormige, bladen kaal. De middelste steunbladen zijn half zoo lang, de bovenste even lang als of langer dan de bladsteel. De bloemen zijn klein, melkwit, zelden lichtblauw. Voorkomen in Europa en in Nederland. Het melkviooltje komt in vochtige weiden, op voch- tigen plaatsen in heide- en veenstreken voor en is bij ons zeldzaam Viola persicifólia. p. pumila. Fig. 391. V. silvatica *) Fr. B 0 s c h v i o O 11 j e (fig. 392). Deze plant is gemakkelijk van V. canina te onderscheiden door de toegespitste bladen en een aantal boogvormig opstijgende stengels, die evenals de geheele plant onbehaard, groen, soms violet aangeloopen zijn. De bladen zijn hartvormig-eirond, toegespitst, de onderste zijn vaak stomp en niervormig, gekarteld. De bladstelen zijn niet gevleugeld. De steunbladen zijn vrij klein, lancet- of lijn-lancetvormig, meest franjeachtig gezaagd, steeds veel korter dan de bladstelen. De bloemen zijn lichtviolet of blauwachtig, reukeloos. De kelkbladen zijn lancetvormig, toegespitst. De kroonbladen zijn van boven wat naar buiten gebogen. De spoor is meest violet, 3 a 4 maal zoo lang als de kelkaanhangsels. De doosvrucht is toegespitst en kaal (fig. 392). 8-30 cM. :^. April, Mei. Vormen van deze soort zijn: «. micrantha-') Döll. Steunbladen lijn-lancet


Size: 1117px × 2237px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants