. Zederyke zinnebeelden der tonge . en en draaijen, hun bedryfal-zoofnoodenoorfprong, als beweegreden heeft, daar *#-grata quee iicita , prohibita iero furore f erfequimur. Ra ON- ito ZINNEBEELDEN ONEERBIEDIGHEIDT. Nos animo, tu tantum corpore f rodes. jLjLoe HefTelyk de Fluit, geblaazen naar de maatDerzangkonft , (treelt het oor; hoezeerdefchellcklankeii Van Gyther en Fiool vervrolyken t gelaat,En geeft der kenners y die den vinder hooghlyk danken; De grove Rommelpot, vol walgelyk geluidt,Dat onerviarenjeugt en boerfche lieden minnen, Verftoort het fnaarenfpel en welbezielde fluit,Als de onee


. Zederyke zinnebeelden der tonge . en en draaijen, hun bedryfal-zoofnoodenoorfprong, als beweegreden heeft, daar *#-grata quee iicita , prohibita iero furore f erfequimur. Ra ON- ito ZINNEBEELDEN ONEERBIEDIGHEIDT. Nos animo, tu tantum corpore f rodes. jLjLoe HefTelyk de Fluit, geblaazen naar de maatDerzangkonft , (treelt het oor; hoezeerdefchellcklankeii Van Gyther en Fiool vervrolyken t gelaat,En geeft der kenners y die den vinder hooghlyk danken; De grove Rommelpot, vol walgelyk geluidt,Dat onerviarenjeugt en boerfche lieden minnen, Verftoort het fnaarenfpel en welbezielde fluit,Als de oneerbiedigheidt in t fpreeken, lds van zinnen, En plichteloos omtrent den Gddtsdienft, Ovrigheidr,En Ouderen, df die veel hoogerzynvanjaaren, Beftdrmt met dwaas geklap en drieftigh onbefcheidtHun handeling, en doet hun redenen vervaaren. Hoe grover harzenvat en ongeleerder gaft,Hoe onbefchaamder in zyn redenen en zeden. Hoe grooter rave, hoe zy harder fchrceuwt en minder eerbiedt, hoe te walgelyker reden. der T O N G E. 26». • ■ Te colere v ir tut es decet tres has fueryDeos parentefque, a quibus nutritus esfHonore profeqni at que leges pttblicas*Ccronam babebis gloria pulderrtmam^Praceps fubitaque linguce enim agitatioAdverja multa fape fert mortalibus. E U R IP I D E S. R3 Ifidorus lóz ZINNEBEELDEN i fidorus merkt wel te rechte in der menfchen rede-neeringen en (preeken aan , dat zy het goede wel, ofhet quaade qualyk, ofte het goede qualyk, ofhetquaa-de wel hervoortbrenuen. t is buiten tegenfpreeken,dai wy het goede wel vernaaien, wanneer men, gelykde Apoftel Pau lus Philippenfen 4. vers 8. vermaant, watwaarachrigh, wat eeriyk,- rechtvaardigh, rein en lief-lyk is, en al wat wel luidt, en zoo daar eenigedeugdtende lof is , wel bedenkt endc voorzichtighlyk metontzagh en zedigheidt verhaalt, zoo wordt het quaadeook qualyk gefprooken , als men eenige zonden aanrraadt, ofte die verontfchuldigende en blankettendevoordeugden en vermaaklykheden uitroept, het goede wordtq


Size: 1634px × 1528px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems