. De flora van Nederland. Plants. 498 GRAMINAE. FAMILIE 18. bovendien is er een tot 7 niM lange, boven het midden uit het kroonkafje gaande, knievormig gebogen naald. Het vruchtbeginsel is meest kaal, de vrucht langwerpig, zijdelings samengedrukt. 4- 3-6 dM. Juni, soms AugustusâOctober. De variëteit S. variegata ') M. et K. heeft aartjes, die vaak slechts 5 mM lang zijn met donkerviolette kelkkafjes en een donkerviolette streep op het onderste kroonkafje. De soort onderscheidt zich van Arrhenatherum elatius door de bijna steeds aanwezige beharing, door de breedere pluim en door de kleinere, d


. De flora van Nederland. Plants. 498 GRAMINAE. FAMILIE 18. bovendien is er een tot 7 niM lange, boven het midden uit het kroonkafje gaande, knievormig gebogen naald. Het vruchtbeginsel is meest kaal, de vrucht langwerpig, zijdelings samengedrukt. 4- 3-6 dM. Juni, soms AugustusâOctober. De variëteit S. variegata ') M. et K. heeft aartjes, die vaak slechts 5 mM lang zijn met donkerviolette kelkkafjes en een donkerviolette streep op het onderste kroonkafje. De soort onderscheidt zich van Arrhenatherum elatius door de bijna steeds aanwezige beharing, door de breedere pluim en door de kleinere, doch in grooter aantal voorkomende aartjes Voorkomen in Europa en in Nederland. De soort komt in geheel Europa in vruchtbare weiden en oevers voor. Zij is een goed voedergras en is bij ons vrij algemeen. De var. ,5. is bij Deventer en Middachten gevonden. 26. «audinia ) V. B. G. fragilis â¢') P. B. G a u d i n i a (fig. 433). Deze plant heeft een vrij slappen, geknikt opstijgcndcn, gladden, vaak vertakten stengel. De onderste bladen hebben meest dicht en lang ruw behaarde, de bovenste meest kale, gladde scheeden en soms tot meer dan 4mM breede, vlakke, gladde schijven. Het tongetje (fig. 433) is zeer kort, ontbreekt bijna en is alleen door een verhevenheid aangeduid. De aartjes zijn tot een aar van tot 2 dM lengte vereenigd. Deze heeft een vlakke, iets ruwe, zeer brosse as. De aartjes zijn tot iets meer dan 1 cM lang, groen, alleen op het tand- achtig uitsteeksel van de spil der aartjes gezeten, met de vlakke zijde naar de spil gekeerd (de bloemen zitten dus zijdelings als bij Triticuni) en zijn 4-7-bloemig. De kelkkafjes zijn op den rug lang behaard, zeer ongelijk, het onderste is 3 mM, het bovenste omstreeks 7 mM lang. Het onderste kroonkafje (fig. 433) is tot 7 mM iang, behaard, ongedeeld met tot in den top loopende nerven en een van het bovenste derde deel uitgaande, dunne, aan den voet gedraaide en knievormig gebogen circa 7 mM lange naald. â¢. 2-6 dM. Mei, Juni.


Size: 1388px × 1801px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants