. De flora van Nederland. Plants. FAM1LII-: 75. — THYMELAEACEAE. 513. Daphne Mezereum Tig. G25. vallend, onii^ckcLTci lan}j;werpifi;-Iancetvormig (4-10 cM lang, 1-3 cM breed), zij hebben een korten steel, zijn iets spits, van onderen grijsgroen. De bloemen zijn zittend en vormen meest 3-bloemige bijscliermen, die in de oksels der bladen van het vorige jaar ontstaan en ver- schijnen voor de nieuwe bladen. Zij zijn zeer welriekend, meest 2-slachtig. Het bloemdek is licht- (na drogen dünker-)piirper, zelden wit, 4-slippig. Deze slippen staan op een cylin- drischen of trechtervormigen, ten slotte
. De flora van Nederland. Plants. FAM1LII-: 75. — THYMELAEACEAE. 513. Daphne Mezereum Tig. G25. vallend, onii^ckcLTci lan}j;werpifi;-Iancetvormig (4-10 cM lang, 1-3 cM breed), zij hebben een korten steel, zijn iets spits, van onderen grijsgroen. De bloemen zijn zittend en vormen meest 3-bloemige bijscliermen, die in de oksels der bladen van het vorige jaar ontstaan en ver- schijnen voor de nieuwe bladen. Zij zijn zeer welriekend, meest 2-slachtig. Het bloemdek is licht- (na drogen dünker-)piirper, zelden wit, 4-slippig. Deze slippen staan op een cylin- drischen of trechtervormigen, ten slotte afval- lenden beker en zijn evenlang als deze, die van buiten zijdeachtig behaard, van binnen wit- achtig is. De meeldraden zijn 8 in getal, korter dan het bloemdek, op de keel ervan ingeplant, de onderste tusschen, de bovenste voor de bloemdekslippen. De helmdraden zijn zeer kort. De stempel is knopvormig, bijna zittend. De vrucht is een ovale, boven stompe, beneden afgeronde, scharlakenroode (zelden geelachtige) steenvrucht, die eerst in het bloemdek ingesloten is, doch later naakt staat (fig. 625). 3-12 dM. K Maart, April. De plant behoort tot de fraaiste, doch ook meest vergiftige gewassen onzer flora. Het loof heeft een onaangenamen geur. Biologische bijzonderheden. Door het vergif is de plant beschut tegen het opvreten door dieren. De bloemen zijn homogaam. Door een onderlaag van het vruchtbeginsel wordt honig afgescheiden en deze wordt onder in de bloemdekbuis bewaard. Tal van vroegvliegende bijen, vliegen en vlinders komen de bloemen be- zoeken , die door haar sterken geur en door de kleur opvallen, dat laatste jiog te meer, daar de bloemen voor de bladen komen. Een insectenslurf gaat zonder stuifmeel te ontvangen, naar binnen. Zit •er al stuifmeel aan, dan wordt dit aan den stempel afgegeven en dus kruisbestuiving bewerkt. Trekt het insect de met honig bezette slurf terug, dan blijft er stuifmeel aan kleven, dat in een volgende bloem weer wordt afgegeven. Het stui
Size: 1442px × 1733px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants