. De flora van Nederland. Plants. 558 â GRAMINAE. FAMILIE 18. de binnenste zeer smal lijnvormig, van binnen kortgewimperd, de buitenste tot een naald gereduceerd. De naalden der kelkkafjes steken boven den voet der naald van het onderste kroonkafje ver uit. Het onderste kroon- kafje (fig. 499) is lancetvormig, met een tot 3 cM lange naald, die veel langer is dan dit. De kiem heeft slechts een wortel. ©. 1,5-3 dM. Juniâ Herfst. Een variëteit is p. pusillum^) Goiran. Stengel meest enkelvoudig, zeer dun, tot 17 cM lang. Aar zonder de naalden weinig meer dan 2 cM lang. Op zeer droge plaatsen. Al


. De flora van Nederland. Plants. 558 â GRAMINAE. FAMILIE 18. de binnenste zeer smal lijnvormig, van binnen kortgewimperd, de buitenste tot een naald gereduceerd. De naalden der kelkkafjes steken boven den voet der naald van het onderste kroonkafje ver uit. Het onderste kroon- kafje (fig. 499) is lancetvormig, met een tot 3 cM lange naald, die veel langer is dan dit. De kiem heeft slechts een wortel. ©. 1,5-3 dM. Juniâ Herfst. Een variëteit is p. pusillum^) Goiran. Stengel meest enkelvoudig, zeer dun, tot 17 cM lang. Aar zonder de naalden weinig meer dan 2 cM lang. Op zeer droge plaatsen. Als monstrositeit is de vorm vivipdrum met aartjes, die tot uitspruitsels uitgroeien, gevonden. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa aan heggen, randen van wegen en op ruderaalplaatsen voor. Zij is bij ons algemeen. De genoemde var. en monstr. zijn bij Rotterdam gevonden. Volksnamen. De naam kruipertje wordt veel gebruikt. In Friesland en Zuid-Holland spreekt men van mouwkruipertje, in Waterland van poesjes en van varken-varken-hort-hort-hort, op Walcheren van muizegerst. H. jubatum -) L. K w i s p e 1 g e r s t. Deze soort heeft een dunnen, slanken, meest geknikt opstijgenden stengel. De bovenste bladen hebben een zwak opgeblazen, gladde scheede en een smalle, geleidelijk toege- spitste, iets ruwe schijf, terwijl het tongetje bijna ontbreekt. De aar is dicht, cylindrisch, met min of meer brosse spil, meest knikkend, meest niet meer dan 6 cM lang, zonder de naalden smal, zonder topaartje. De aartjes zijn rechtop- staand, staan 3 bijeen, zijn steeds 1-bioemig, de as is boven de bloem verlengd zonder beginsel eener tweede bloem. De kelkkafjes bestaan uit een tot 6 cM lange, dunne, haar- achtige naald, die langer is dan de naald van het kroonkafje. De zijaartjes zijn weinig ontwikkeld, zij zijn gereduceerd tot een bundel van 3 naalden. Het onderste kroonkafje der middelste aartjes is langwerpig-eirond met een tot 5 cM lange naald. De kie


Size: 1477px × 1691px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants