. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 10. â LILIACEAE. â 269 G. stenopctala). Het vierde en vijfde lilatl eindelijk staan dicht onder de bloeiwijze en zijn meest biadachtij^ i^^ebouwd. Bioloi^nschc bijzonderheden. De open bloemen vallen door hare kleur nojj; al op aan insecten, die aan den voet der bloemdekbladen honi^ vinden, welke in den hoek tusschen deze en de daarvoor staande meel- draden wordt afj^escheiden Meest zijn de bloemen proterogynisch. Soms ontwikkelen zich of de meeldraden of de stamper niet. Tabel tot li e t cic t e r in i n e e r c ii d e r soorten van het geslacht G a jj


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 10. â LILIACEAE. â 269 G. stenopctala). Het vierde en vijfde lilatl eindelijk staan dicht onder de bloeiwijze en zijn meest biadachtij^ i^^ebouwd. Bioloi^nschc bijzonderheden. De open bloemen vallen door hare kleur nojj; al op aan insecten, die aan den voet der bloemdekbladen honi^ vinden, welke in den hoek tusschen deze en de daarvoor staande meel- draden wordt afj^escheiden Meest zijn de bloemen proterogynisch. Soms ontwikkelen zich of de meeldraden of de stamper niet. Tabel tot li e t cic t e r in i n e e r c ii d e r soorten van het geslacht G a jj; e a. A. Een nevenliol aanwczitj. a. Hoofd- en nevenbol tijdens den bloeitijd reeds uit het omhulsel (het overblijfsel van het blad van het vorige jaar) te voorschijn tredend. Tweede blad lijnvormig, naar weerszijden versmald, het derde en vierde lijnvormig, onder de bloeiwijze vrij dicht bijeen. Bloemen 1-5, op onbehaarde stelen . G. stenopetala blz. 269. b. Hoofd- en nevenbol zittend, tijdens den bloeitijd in het omhulsel ingesloten, het derde blad wortelstandig, meest een gewoon blad. aa. Bol rond. Bloenistelen evenals de randen der hoogere bladen en het onderste deel van de buitenzijde der bloemdekbladen behaard. Nevenbol weinig kleiner dan de hoofdbol, meest in het volgend jaar al bloemen dragend. De beide wortelstandige bladen lijnvormig, het 4e lancetvormig, meest dicht bij het 5e staand G. arveiisis blz. 270. bb. Bol eirond. Het 4e blad lancetvormig, aan den voet scheedeachtig ingerold. Vijfde blad en de schutbladen klein. Bloemstelen kaal. Bloemdekbladen aan den voet fijn gewimperd. Bloemen iets kleiner dan bij de andere soorten. Beide wortelstandige bladen lijn-draadvormig. Bloemdekbladen langwerpig- lancetvormig, stomp G. spatliacea blz. 270. B. Nevenbol ontbrekend. Het 3e en 4e blad onder de schermvormige bloeiwijze dicht bijeen, het 5e een kort, vleezig schubje. Het wortelblad breed lijnvormig, plotseling samengetrokken en toegespitst. Bloemstelen kaal. Bloemdek


Size: 1333px × 1875px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants