. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. 457 behaarde bladschijf met ruwen rand. liet tonj^etje (fig. 383) is zeer kort en loopt in een rij haren uit. De aren staan meest 3-5 bijeen, zijn vinj^ervor- mig geplaatst, zeer smal, 2-5 cM lang, door de afstaande kelkkafjes vaak tot 4 mM breed, meest iets naar buiten gekromd. De aartjes staan in 2 dicht bij elkaar staande rijen (niet tegenoverstaand), zij zijn weinig meer dan 2 niM lang en hebben een boven de onderste volkomen bloem verlengde spil, die een weinig ontwikkelde bloem draagt. De kelk- kafjes zijn smal, eennervig, gekield,


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. 457 behaarde bladschijf met ruwen rand. liet tonj^etje (fig. 383) is zeer kort en loopt in een rij haren uit. De aren staan meest 3-5 bijeen, zijn vinj^ervor- mig geplaatst, zeer smal, 2-5 cM lang, door de afstaande kelkkafjes vaak tot 4 mM breed, meest iets naar buiten gekromd. De aartjes staan in 2 dicht bij elkaar staande rijen (niet tegenoverstaand), zij zijn weinig meer dan 2 niM lang en hebben een boven de onderste volkomen bloem verlengde spil, die een weinig ontwikkelde bloem draagt. De kelk- kafjes zijn smal, eennervig, gekield, aan de kiel kortharig gewimperd, het onderste is lancetvormig, spits, het bovenste langwerpig-eirond, toegespitst, beide zijn vrijwel evenlang afstaand, korter dan het breedere onderste kroonkafje Dit is (fig. 383) eirond, spits, aan rand en kiel behaard, bootvor- mig, 3-nervig en omvat het op den rug gegroefde bovenste kroonkafje Er zij 2 vleezige, afgeknotte schubbetjes. Destempels zijn bijna wijwaterkwastvormig, komen onder den top van het aartje te voorschijn en zijn roodbruin. 2].. 1-4 dM. Juli—September. Biologische bijzonderheid. De plant is als Corynephorus canescens, Fes- tuca ovina en Psamma arenaria xerophytisch gebouwd, doordat de bovenzijde der bladen gegroefd is, in welke groeven de huidmondjes liggen, die door het samenrollen der bladen, als het zeer droog is, grootendeels ingesloten worden. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bijna geheel Europa aan zandige hellingen, op muren en aan wegkanten voor. Zij is bij ons vrij Cynodon Dactylon Fig. 383. S. stricta -; De plant 8. Spartiua ') Schreb. Roth. S I ij k g r a s (fig. 384). heeft een lang kruipenden, vrij diep in den bodem gaanden wortelstok met 1-2 cM lange leden. De stengel is meest stijf rechtopstaand, geheel glad, iets vleezig, kaal, van boven purper aangeloopen. Hij schrompelt bij het drogen rimpelig ineen. De bladen reiken meest nauwelijks tot den voet der aren, zijn vr


Size: 1394px × 1792px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants