. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . acnghe-taft, werpen ftrax, ick en weet niet wat, laiter-woorden teehensdtn Hemel. Het Ziet (feydtden mont der waerhtytj dat op fletnachtigheplaetfen ghezaeytiSjZijn defe,d:ehet woordthooren, en ontfanghen het felvemet vreuch-den, maei, den ei je van veivolginge gheen wortel hebbende, werden teritondcgheergherr,Matr,0 Heere onfen Godt,en kytons niet, in verfoeckinghe ; maer handelt lie-ver met ons na uwen Woordé, dat du door dij-nen Propheet ghefproken heblt ()Soo fy mijn ghebodt niet en houden, lbo wiluk hen met


. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . acnghe-taft, werpen ftrax, ick en weet niet wat, laiter-woorden teehensdtn Hemel. Het Ziet (feydtden mont der waerhtytj dat op fletnachtigheplaetfen ghezaeytiSjZijn defe,d:ehet woordthooren, en ontfanghen het felvemet vreuch-den, maei, den ei je van veivolginge gheen wortel hebbende, werden teritondcgheergherr,Matr,0 Heere onfen Godt,en kytons niet, in verfoeckinghe ; maer handelt lie-ver met ons na uwen Woordé, dat du door dij-nen Propheet ghefproken heblt ()Soo fy mijn ghebodt niet en houden, lbo wiluk hen metrer roede te huys loer kt ha- ! re mifdaet met plaghen: Doch ! en wil ick van hun niet weuden. I LIntime ami aime en tout temps &naiflra comme un frère en la dep effe. tCCLESlASTIQ, 37-1. IL ri y a point d amy qui /, e die ? te fuisaufîi de fes amis, mais il y en a tel qui, ri e fi ami que de O me f chante pensée doù es tu roui-lie pour couvrir de tromperie toute Uterre ! Y DOM I- 170 DOMINA, QVO ME VOCAT, AVRA. (âr. 4 22,^r }T. Oportet vos fcire matières la vos imperia exereere^ ClCERO f~\Vâmmifercprvit lCui muiier imperat, eut legesimponit ,prxfcrh^£bit,]ttbet,vetat qnodvidelur : qui nihil imperanti negarepoteft,nilrtcufare: pofcit, dandum ett ; ejicit, abewduni -} vocat} veniendnm ; miaatur, exti-wefcendum, ^ O V 1D .xlm$omt leges vultibasilk tait. Naer , ?7* Tider baer waêyên,moet kl^draeyen. HOe heerfch Is Venus kint i het doet ons,rechte ilave,ïuyft (bo me jufFrou wil,nu hier dan elders draven:Wy vveenen ahTe fchreyt, al zijn vvy fchoon geruft jWy lachen aTfle jockt,oock tegen onfen zijn tot Inde ziel ten dienfte van de vrouwen,Ach! wat een vrijer doet is niet als fali-vouwen;En wie van onfe jeught dit ambacht niet en kan,Die is in Venus fchool een onbedreven man. Dominas quo me vocat aura. AT* domina nutum levis cxagitatur amatoryQuoque puellafolet <-vergerey <uergit wolucrù fummâ quarvertitur x


Size: 1592px × 1569px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvenneadriaenpietersz, booksubjectemblems, bookyear1627