. De flora van Nederland. Plants. 22. CUPl'Lllf-lF^XE 13 clan diepe plooien, ilie aan de hovenzijdc een nauwe spleet hebben en naar onderen nilsteken. Die i^eulen vo|ii;eii f^ewoonlijk de riehtinj^ der nerven en zijn met haren bezet. Zij worden door ii^almijten (Phytoptnssoorten) veroorzaakt. Oebriiik. liet hont is zeer hard en wordt daarom voor tanden van kern- raderen, hoiitschroeven enz. gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De haagbeiik is vooral in Midden-Europa algemeen. Bij ons komt hij in bosschen voor en ook aan- gekweekt om heggen te vormen, waarvoor hij zeer gesch


. De flora van Nederland. Plants. 22. CUPl'Lllf-lF^XE 13 clan diepe plooien, ilie aan de hovenzijdc een nauwe spleet hebben en naar onderen nilsteken. Die i^eulen vo|ii;eii f^ewoonlijk de riehtinj^ der nerven en zijn met haren bezet. Zij worden door ii^almijten (Phytoptnssoorten) veroorzaakt. Oebriiik. liet hont is zeer hard en wordt daarom voor tanden van kern- raderen, hoiitschroeven enz. gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De haagbeiik is vooral in Midden-Europa algemeen. Bij ons komt hij in bosschen voor en ook aan- gekweekt om heggen te vormen, waarvoor hij zeer geschikt is door de sterke vertakking. 5. Fiigiis ') Tni. Beuk. F. silvatica^) L Beuk. (Fig. 9). De beuk is een boom met een vrij gladde, grauwe schors, een ver uitgespreide kroon met afstaande takken (de jon- gere zijn meer roodbruin). De knoppen zijn zeer langwerpig, met dakpansgewijze liggende, donkere, harde knopschubben. De bladen staan in 2 rijen, zijn kort gesteeld, glanzend, eirond, wat spits zwakbochtig getand, donzig gewimperd, doch overigens kaal, van onderen bleekgroen. De plant is eenhuizig. De mannelijke bloemen staan in langgesteelde, hangende bol-eironde katjes, die uit de oksels der onderste bladen der jonge takken ontspringen en komen dus tegelijk met de bladen (fig. 9.) De bloemen hebben een klokvor- mig, sterk behaard, roodachtig bruin, 5-6-lobbig bloemdek met 8-12 meeldraden, wier helmbindsel boven de helmhokjes uitsteekt (fig. 9). De vrouwelijke bloemen staan rechtop en staan alleen of in een gering aantal (meest 2) bij elkaar op een korten steel. Zij komen uit de oksels der hoogere bladen der jonge takjes en verschijnen dus ook tegelijk met de bladen (fig. 9). ledere bloem bestaat uit een 3-hokkig, onderstandig vruchtbeginsel (ieder hokje met 2 eitjes) met een 6-tandigen bloemdekzoom en 3 draadvormige stijlen en stempels. Om de 1 of meer bloemen van de bloeiwijze zit een omwindsel, dat uitgroeit tot een stekelig, houtig, eirond vruchtomhulsel, dat bij rijpheid


Size: 1415px × 1766px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants