. De flora van Nederland. Plants. 362 — COMPOSITAE. — FAMILIE F. arvénsis^j L. (Gnaphalium arvénse L.). Akkerviltkruid (fig. 441). Deze plant is dicht en dik witwollig. Zij lieeft een rechtopstaanden, pluim- of trosvormig vertakten stengel met enkel- voudige takken. De bladen zijn lijn- of lijn-lancet- vormig, spits, iets opgericht. De hoofdjes vormen kluwens van 2-7, die ineen dichtwollige laag zijn gedompeld. De kluwens zijn aan de takken tot korte aren vereenigd, zij zijn eind- en zijstandig, evenlang als de bladen, in wier oksels zij staan. In het geheel wordt er zoo een lange pluim


. De flora van Nederland. Plants. 362 — COMPOSITAE. — FAMILIE F. arvénsis^j L. (Gnaphalium arvénse L.). Akkerviltkruid (fig. 441). Deze plant is dicht en dik witwollig. Zij lieeft een rechtopstaanden, pluim- of trosvormig vertakten stengel met enkel- voudige takken. De bladen zijn lijn- of lijn-lancet- vormig, spits, iets opgericht. De hoofdjes vormen kluwens van 2-7, die ineen dichtwollige laag zijn gedompeld. De kluwens zijn aan de takken tot korte aren vereenigd, zij zijn eind- en zijstandig, evenlang als de bladen, in wier oksels zij staan. In het geheel wordt er zoo een lange pluim gevormd. De omwindselbladen zijn spits, niet toegespitst, niet gekield, met bruinach- tigen top, de buitenste zijn lijnvormig, tot aan den top wollig, de binnenste echter vliezig. De bloemen zijn geelachtig, glanzend. De straalbloemen zijn lang buisvormig met weinig uitgespreiden rand, de schijf- bloemen buisvormig, getand. 1,5-3 dM. 0. Juli—September. De plant verschilt van F. minima o. a. doordat de stengel niet als bij de laatste van den voet af ver- takt is, maar eerst in of boven het midden. Ook zijn de takken niet weer vertakt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa meest op zandige plaatsen voor, doch is bij ons zeer zeldzaam. Door Boerhave wordt nog als indigeen opgegeven -) L. het Fransche viltkruid (fig. 442). Deze plant komt in Zuid- en Midden-Europa op vochtigen klei- en mergelgrond voor en is op andere plaatsen met zaden aangevoerd. Zij onderscheidt zich van alle andere Filagosoorten, doordat de buitenste vruch- ten opgesloten zijn in de omwindselbladen, die overlangs gevouwen en aan den voet vergroeid zijn. 0. Mei—Augustus. Filago arvensis Fig. Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of these illustrations may not perfectly resemble the original Heukels, Hendrik, 1854-1936. Leiden : N. v. boekh


Size: 1414px × 1767px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants