. Het masker van de werelt afgetrocken . t al evenfeer totgeylen luyftgeneyghtyO och als den vyandt roert, eh eenen in val dreyghtyEn al is heel het hof met al de hooghfte RadenHierom in groot gevaer, ?n om heiftuck een en isfioftuer die eens dengrooten HeerDerft treden op den teen, en taften op fijn f e er \Als eenen die met hem van ionghs wasop-ghetoghen ,En dieoockm^t hem. had ^cl Qer de borftgefogen; van de Wereldt, I ^^ I Die wilt den Vorft aen hoorteen treed*et recht of aen^Enfeggen eens rondt uyt, vjaer op defae eken ft aen,Daer was aen het Paleys een Luft-hofvolgenuchten^
. Het masker van de werelt afgetrocken . t al evenfeer totgeylen luyftgeneyghtyO och als den vyandt roert, eh eenen in val dreyghtyEn al is heel het hof met al de hooghfte RadenHierom in groot gevaer, ?n om heiftuck een en isfioftuer die eens dengrooten HeerDerft treden op den teen, en taften op fijn f e er \Als eenen die met hem van ionghs wasop-ghetoghen ,En dieoockm^t hem. had ^cl Qer de borftgefogen; van de Wereldt, I ^^ I Die wilt den Vorft aen hoorteen treed*et recht of aen^Enfeggen eens rondt uyt, vjaer op defae eken ft aen,Daer was aen het Paleys een Luft-hofvolgenuchten^ Dte rontfom wat befet met uytgelefrn vruchten, Daer Conflantin de Groot weleer vermaeck in nant^Als hy vangrooteforgh*, oft Roet van Staten wasfenjchoon vertreck^daer duyfent vogelsfongen^Daer in een gul de back defMre watersfprongen,Daer menighfchoonprieel rontfom was in ge bouwt,p^an altijdt even groen, en even ieudigh hout:Daer kruyt vanfoeten geur, daer lieffelijcke bloemen^Daer kondertplantenJiaen die niet *nfijn u noemen^. Datrtin Laurieren hofehgroeyt dtneenflilleflroom^Daer fatten balfemfweet vanboven van denboom ^Daer hoeren mildenfchoot llatuer heeft ah ent (loten ,En htel dtn lsfi;hsfd$Hr hMrfthntun heeft gegoten , Ditr 142 Het Masker ■ Daer^t foo is falie kant, ƒ00 luflt^h over al, - Oft V waer een Paradijs, e» niet een asrdfchedaUBierivas dengraoten Vorfi, engingh een lucht jen rapen ^Naer dat hy was verjieuwt van ivdlufi 3 en van (lapen :Den Prins die treed hem toe, en t hoont [igh pnkeroertyEn heeft hem defen lof met klachitn irégevoertióhy , o machtigh helt, den blixem van ons tijden ^Den tweeden Hahhibal, oft Csefar in hetftrijden,Chyfult den Tybcr noch eens verwen tn ftjn bloedt,. En met de doeden ftlfgaenfiutten fijnen vloedt jChyfult voor Rhodus gaen met duyfént kkecke ma/lèn^Om met u heele vloedt het Eylandt aen te tafien, En fwerven door dehav^, enfluyten^ haer de zee j * Én brengen ugefchut yffijt hun, tot op de hoe Cal Britte
Size: 1686px × 1481px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorpoirtersadrien16051674, bookcentury170, bookdecade1710