. Het leerzaam huisraad : vertoond in vyftig konstige figuuren, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . o HUISRAAD. i;iOp Ftgmr XLIII. p dat het kleed doch blyf met bcmoiTt werd noch bclmeerd, Zo dient de liiTne doek tot hoede: ó Droeg men zulk een zorg voor t Hert,Op dat het niet bezoetelt werd-, En wierd het zo bedekt van t goede :En hield zich zuiver endc zouw datfchoon en pryslyk zyn! Want daarmen daagiyk is gezetenTer Dis, van t geen dit leven fmoezeld fteeds befmetting af, Terwyl men bezig is met ceten. Dat dan het kleed, Aandachtigheid,Toch over t Hcite


. Het leerzaam huisraad : vertoond in vyftig konstige figuuren, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . o HUISRAAD. i;iOp Ftgmr XLIII. p dat het kleed doch blyf met bcmoiTt werd noch bclmeerd, Zo dient de liiTne doek tot hoede: ó Droeg men zulk een zorg voor t Hert,Op dat het niet bezoetelt werd-, En wierd het zo bedekt van t goede :En hield zich zuiver endc zouw datfchoon en pryslyk zyn! Want daarmen daagiyk is gezetenTer Dis, van t geen dit leven fmoezeld fteeds befmetting af, Terwyl men bezig is met ceten. Dat dan het kleed, Aandachtigheid,Toch over t Hcite werd gefpreid. Op dat het niet en werd bevonden,Voor t open en naauwkeurig klaarheid nooit een fchyn bedroog Bemorft, befmeerd, en vuil van zonden. M Psalm Vl\: it. yn fchild is by God, die de Qprechte van hertenbehoud. En Psalm LI: 12. Schept my een rein hert e, 6 God! en jermwKt inV biféHenJie van my cenen vaften Geefl, En Psalm CXIX; 11. Ik hebhe uwe reden in myn hsrte verborgen , opiat ik tegen u met zondige.^ en zoude. Db ij% H E T L E E R Z A A M De kan. Daar men licfc daar Iccfc Ee-a off e kemi zyj^ffi htzitUr , en een ezel de knbheZynesheeren: [^maar] llraèleMheejtgecrtkennijje ^ mynWi en verjlaat niet, Jex^ias 1:3. Of HUISRAAD. if3 Op BgtwrXljlV. W ie laat de Drink-kan uit zyn hand,En ftelt ze, door t niet wel bedenken, In plaats van flaande, op zyn kant?Dit is een vinger om te wenken: Hoe dat de menfch zo fchrander zy,Zo fnel, in dallerminftc dinge, By alles zyn, zyn zinnen by,Op dat het Rad ordentlyk ginge. Maar in het (luk van t hoogde Goed,De zaaken van zyn grootfl belangen, De waarde van een goed gemoed jDaar gaat hy heele andre gangen. Daar zet hy toe, zo t gaat van hand;Daar fmyt hy neer, daar laat hy rollen, Daar ftoot hy om en fchuifd aan laat hy flingren ende foUen. En zo de welbedachtzaamheid,Gewoon in t rechte fpoor te mennen Hem t kromme ftuk voor oogen leid, Zo moet het zyn verftand bekennen. Zo dat men t laauwe flaauwc woord


Size: 1481px × 1687px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksubjectcond, booksubjectemblems