. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . fpringtAls de wint foo vinnigh dringt?Daer nochtans een eycke ftam,Die fchier aen den hemel quam,Licht ter aerdenwertgerücktLicht ter neder wert gedruckt,Licht daer henen w ort gedray tAls er xnaer een ftoker way t j Hoort de reden, lieve vrient^Die voor u geweten dient jWat niet in der hooghte waftDat en lij t als geenen laft,Dat en wort niet licht gequelt,Dat en wort niet haeft gevelt,Door de krachten van de luchtDaer van menigh rotfe fucht: Soo het dan noch opte maetMette winden over gaet,Soo en heeft et geenen nootVan te vallen in de floot,Want(gel


. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . fpringtAls de wint foo vinnigh dringt?Daer nochtans een eycke ftam,Die fchier aen den hemel quam,Licht ter aerdenwertgerücktLicht ter neder wert gedruckt,Licht daer henen w ort gedray tAls er xnaer een ftoker way t j Hoort de reden, lieve vrient^Die voor u geweten dient jWat niet in der hooghte waftDat en lij t als geenen laft,Dat en wort niet licht gequelt,Dat en wort niet haeft gevelt,Door de krachten van de luchtDaer van menigh rotfe fucht: Soo het dan noch opte maetMette winden over gaet,Soo en heeft et geenen nootVan te vallen in de floot,Want(gelijck dedaetbetuyght)Seldenbreeckthet daterbuyght* Horat. Vrcam quijquis mediocritatcm Diligit y tuttis caret obfoled SordihmteBiy caramlpidenda Sobrms aula. Seneca Agamemn. telix, medU quijquis turh^Parte qidetus, auraflrmgitLittora tuta, timidujquc martCredere cymham, remo terrasPropiore legit. Ovid. Cr ede mwi, lat uit bene vixit, ^ intraFottunam debet quifque manere fuam. S A L Ijo SAL SISTIT X I ï A Ls de flecke komt gekropen Hier en ginder door het huys,*tls al methaerilijmbedropen, Niet een kamer blijfter kuys jMaer de middel is te vinden Om het vuyl ^het leelickdingOp te fchorfeii ,in te binden, Dat het niet te verr en ging:Men behoeft maer fout te krijgen Datmen op fijn leden ftrooit, A Tria progrediens conJpurCat eburnea Umax,Perque domtm kmogltitine am&a twtat:At tu fparge jnkm, medio -vejiigiagrejfu Siflet, in exiguam mox ahiturus üsjolitus famam macularcjodalis, Strax foo fal het neder fijgen, Als het ys wanneer het dooit-Als de luu u komt bekoren En u kmypt ontrent het breyn,Geeft den moet doch niet verloren , Maer bewaertu leden reyn,Uythaervuyliswcl te komen, Laetmaert Quaet niet verder gaen:Sout, uyt Godes woort genomen, Kan de fonde tegenftaen. Dtmfayefi auditor, dira n:)enem vomit;Increpet hunc aliquis, mox Rnguaproterlpa fikbit, Nee quojam Icvor progrediatitr hahet;Ars tua, Mome ,jacet ,fi commoda deficit aiiri


Size: 1587px × 1574px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems