. De flora van Nederland. Plants. 242 LABIATAE. â FAMILIE 95. van stuifmeel. Zij worden nu door bezoekers het eerst aangeraakt en deze bewerken dus kruisbestuiving. Wordt het stuifmeel niet door insecten weggehaald, dan blijft een groot deel er van tusschen de haren aan den rand der bovenlip hangen en de zich tusschen die haren neerbuigende onderste stempeltak wordt door dit stuifmeel bedekt, zoodat nu spontane zelfbestuiving plaats heeft. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op onbebouwde, ruige plaatsen, in heggen en aan wegen, meest in de nabijheid van woningen in geheel Europ
. De flora van Nederland. Plants. 242 LABIATAE. â FAMILIE 95. van stuifmeel. Zij worden nu door bezoekers het eerst aangeraakt en deze bewerken dus kruisbestuiving. Wordt het stuifmeel niet door insecten weggehaald, dan blijft een groot deel er van tusschen de haren aan den rand der bovenlip hangen en de zich tusschen die haren neerbuigende onderste stempeltak wordt door dit stuifmeel bedekt, zoodat nu spontane zelfbestuiving plaats heeft. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op onbebouwde, ruige plaatsen, in heggen en aan wegen, meest in de nabijheid van woningen in geheel Europa voor en is bij ons op allerlei gronden vrij algemeen. Volksnamen. In Noord-Overijsel heet de plant stinkende andoorn, in Utrecht en de Duinstreek heet zij stinkende 23. Leonürus ') Trn. L. Cardiaca-) L. Hartgespan (fig. 297). Uit den wortelstok komen bij deze plant vele stengels, die krachtig, rechtopstaand, meest vertakt en rugwaarts kort behaard zijn. De bladen zijn gesteeld, naar voren gekarteld-gezaagd, ver- spreid kort behaard, van boven donker-, van onderen lichtgroen, de onderste zijn rondachtig met hartvormigen voet, handvormig 5-spletig, de overige zijn in omtrek langwerpig-elliptisch tot lancetvormig en zijn 3-spletig tot 3-lobbig met wigvormigen voet. De onderste bladen ver- welken spoedig. De bijschermen zijn tamelijk rijkbloemig, zit- tend, korter dan de bladstelen, zij vormen vrij ver uiteenstaande schijnkransen. De schutblaadjes zijn lijnvormig en gewimperd. De bloemen zijn vrij klein, rosé. De kelk is klokvormig, 5-nervig met 5 bijna gelijke tanden, die nauwelijks korter dan de buis zijn, de 2 onderste tanden zijn iets langer en teruggeslagen. De kelk staat tijdens den vruchttijd open. De bloemkroon is 2-lippig en steekt uit den kelk. Zij is van buiten dicht- behaard, rosé. in de buis zit een scheeve haarring. De bovenlip is gaaf- randig, vlak, soms gewelfd, kaal. De onderlip is afstaand, 3-spletig, met ovale, stompe slippen, die zich alle
Size: 1424px × 1756px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants