. Jezus en de ziel : een geestelyke spiegel voor't gemoed, bestaande in veertig aangenaame en stichtelyke zinnebeelden . TH I o8 JEZUS en de ZIEL. De Ziele haar en Godvaftaankleevcnde* JT\ chneen! ik laat u niet, ach neen 1Gy kunt, noch zult my niet ontvlieden j Ik houw aan God, myn eenig Een,Het ga zo c wil; en of t gefchiedenDat aarde en hemelryk verging, .Kei raakt my niet, dat mag gebeuren, Om een verlaat ik^He ding,Wie zouw dat mynen W i L ontfcheuren *Myn God, myn Lief, myn eenig goed ,Al ging myn lyt en ziel te gronde, Zo lang daar noch ia myn gemoed,Eenfnak, een vonkje word gevonden. Z


. Jezus en de ziel : een geestelyke spiegel voor't gemoed, bestaande in veertig aangenaame en stichtelyke zinnebeelden . TH I o8 JEZUS en de ZIEL. De Ziele haar en Godvaftaankleevcnde* JT\ chneen! ik laat u niet, ach neen 1Gy kunt, noch zult my niet ontvlieden j Ik houw aan God, myn eenig Een,Het ga zo c wil; en of t gefchiedenDat aarde en hemelryk verging, .Kei raakt my niet, dat mag gebeuren, Om een verlaat ik^He ding,Wie zouw dat mynen W i L ontfcheuren *Myn God, myn Lief, myn eenig goed ,Al ging myn lyt en ziel te gronde, Zo lang daar noch ia myn gemoed,Eenfnak, een vonkje word gevonden. Zo lang word gy van my bemind;Met zoetheid hebt gy my gevangen, Geiyk men lokt een fpeelend kind,Nu luit het my u aan re hangen. Gy zyt myn grond, waar zoude ik gaan ?Gy zyt myn God, u houdeik ftille, Myn W i l l e-g e E ST grypt nergens aan ,.Gy meugt hetmaaken naar uw Wille. Goddely k Antwoord, n eenen kleinen toorne hebbe ik myn aangezichte van ueen oogenblik verborgen: maar met eeuwige goedertieren*heidrZal ik my uwer ontfermen, Jezaias. LIV: 8. Wie* HET DERDE DEEL; Wien heb ik [neffens u] inden Hemel? neffens uen luft my ook niets op der aarden. mynvlees en myn herte 9 zo is God de rotzfteen mynesherten, enmyn deel in eeuwigheid. Pfokn LXXilI:vers 25-, 26. H-4 Op 120 jezus en de ziel; Op het X X V11. Zinnebeeld. Van een fterk aanhangen der Ziek, aanGod, in waar e gelaatenheid. \J f het fcheen dat gy my vcrlaaten woud, ó GocJmyn Vader! en dat gy uw aangezicht verbergendetot my f prak j Ik en wil u niet; Zo wil ik doch u ,en anders en wil ik niet als u, mag ik u niet heb-ben zo wil ik niets, nu ik u eens lief gekreegen heb,zyn my alle dingen die gy niet zyt idel, en zymogen my niet vernoegen. Gy kunt my ook nietontvluchten, ö God! myn Lief; want ik hangeaan uwenhals met mynen wille, ik heb myn willevan alles afgekeert om u alleen vafttehouden, i|$heb mynen wille gants in uwen wille overgegee-ven •, daarom ó Heer! maakt het met my zo t uop het hoogde b


Size: 1461px × 1710px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan1, booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist