. Hof-gedachten, dat is, invallen, by gelegentheyt oft op't gesichte van boomen, planten, bloemen, kruyden, en diergelijcke aerdt-gewassen, verweckt, in't Buyten-leven . e fuchten ,Hijght na een koele born, of klare water-beeck,Soo is t dat ick tot Godt mijn droeve klachten fpreeck. Ick hijgh na uwen trooft, met al de gantïche krachten, Op u is dat mij n hert, en al de finnen wachten. Ick legh hier in de koorts, als op het vuur gerooft,En wenfche maer alleen om uwen (beten trooft. Ach l fiet mijn lijden aen, en hoort doch mijn gebeden, En wilt met uwen knecht niet in het oordeel treden:Woud gh
. Hof-gedachten, dat is, invallen, by gelegentheyt oft op't gesichte van boomen, planten, bloemen, kruyden, en diergelijcke aerdt-gewassen, verweckt, in't Buyten-leven . e fuchten ,Hijght na een koele born, of klare water-beeck,Soo is t dat ick tot Godt mijn droeve klachten fpreeck. Ick hijgh na uwen trooft, met al de gantïche krachten, Op u is dat mij n hert, en al de finnen wachten. Ick legh hier in de koorts, als op het vuur gerooft,En wenfche maer alleen om uwen (beten trooft. Ach l fiet mijn lijden aen, en hoort doch mijn gebeden, En wilt met uwen knecht niet in het oordeel treden:Woud ghy, Almachtigh Godt, met ons te rechte gaen ,Eylaes! geen levend5 vleefch en ibu voor u beftaen. XXII. Op tgejicke van Houtfagers. ICk fie hier, voor ons, op de ftraet, Nu koom, mijn ziel, cy (ègh een reys» Een Zager met fijn medc-maet j Wat hier door, als een foet gepeys, Ick fie, met wat een groote kracht, U in het herte nederfchiet, Dit ambacht hier wen uytgewrachc. Terwijl ghy defen handel (iet. M 5 De 94 Invallende Gedachten De Zager deylt het eycken hout,Daer van men fchoone kamers bouwt j Men {Iet het tuygh geduerigh gaen,Maer niet als in de rechte Doch wat het doet, en hoc het werekt,Soo wort van ieder een gemerekt,Hoe dat de faegh gedurigh gaet,Maer niet en tracht tot eygen baet jHet blijekt dat fy gantfeh niet en hout,Van al dat haer was laet et al, en fcheyt er af,Tot aen het mulle fagel-kaf,En blinckt dan klaerder als et plagh;Van eygen voordeel geen gewagh. Komt hier een weynigh, goede vrient,Die Stadt, of Staet, of Princen dient,Komt, Iet op defen ambachts-man,En fïet wat hy u leeren kan. Ick wenfehte dat fijn blancke faegh, U dickmael in de finnen lacgh, En datje veeltijts befich waerc, Om na te botfen haren aert -3 Dat ware dienftigh over-al, En ftcld u buyten ongeval, Hebt ghy gedurigh by der hant, De faken van het Vaderlant, Of zijt ghy Rechter in het hof, En trachtje na den waren lof, Soo gaet my recht, en hout den voet, Juyft foo geli
Size: 1825px × 1369px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorcatsjac, bookcentury1600, bookidhofgedachtendati01cats