. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fisr. 162. Geïkatte draden van een kain bakabèh. () Vergelijk hiermee het Javaansche woord plangi en het later te noemen Atjehsche toestel fanian) gespannen, waarvan echter de middelste staaf ofpanggioenan weggelatenwordt. Op dit bijzondere scheringtoestel windt men dus het garen tot een horizontale, dubbelestreng. Tusschen de twee opstaande staven brengt men tegelijkertijd de boetoeha boetoeha is een dikke draad, welke dubbel omgebogen wordt. Bij het spannen van deneersten scheringdraad hangt men er de boetoeha eenvoudig


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fisr. 162. Geïkatte draden van een kain bakabèh. () Vergelijk hiermee het Javaansche woord plangi en het later te noemen Atjehsche toestel fanian) gespannen, waarvan echter de middelste staaf ofpanggioenan weggelatenwordt. Op dit bijzondere scheringtoestel windt men dus het garen tot een horizontale, dubbelestreng. Tusschen de twee opstaande staven brengt men tegelijkertijd de boetoeha boetoeha is een dikke draad, welke dubbel omgebogen wordt. Bij het spannen van deneersten scheringdraad hangt men er de boetoeha eenvoudig over; de volgende scheringdraadpasseert de boetoeha beurtelings aan de voor- en achterzijde. Afwisselend gaat zulksbij het opspannen der volgende scheringdraden voort, zooals door figuur 164 wordt ver- Sc7i e ring Fig. 163. Het aanbrengen van de boetoeha. Fig. 164. De boetoeha. duidelijkt. Daarna worden de strengen van het scheringtoestel afgenomen en op een lang-werpig-vierkant raam (antaran) gespannen, dat er uit ziet als hetwelk bij het stijven enafborstelen der garens in gebruik is. De weefster plaatst de antaran vertikaal vóór zich envoert nu het mamoetik uit, zij geeft door bundels-gewijze afscheiding der garens middels doorsteking vanlilits (staafjes of stijve eindjes touw) het patroon aan, datgeïkat moet worden. Het mamoetik is noodig voor de volgende handeling aanbrengen van de polto ek, een dikken draad, waar-mee men van de gevormde bundels weer kleinere bundelsbijeenbindt, zoodanig, dat slechts de helft van het patroonuitgespaard behoeft te worden. Elk bundeltje dus, datgeïkat moet worden, bevat garens van twee helften vanhet te vormen weefsel. Gesteld nu, dat men een spitsmotief wenscht te ikatten,dan zijn door het mamoetik en het aanbrengen van depoltoek de te omwi


Size: 2900px × 862px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912