. De flora van Nederland. Plants. 226 LABIATAE. FAMILIE Galeobdolon luteum Fig. 273. a bloem, /) kelk. 16. Galeobdolon^) Huds. G. lüteum -) Huds. (Lamium Galeobdolon Crntz.). Gele doove netel (fig. 273). Deze plant is verspreid behaard. Zij heeft een vertakten, kruipenden wortelstok, waaruit opstijgende, bloeiende stengels komen en meest liggende, aan den voet wortelende, bebladerde takken. De onderste bladen zijn grooter dan de hoogere, zij zijn langgesteeld, rondachtig-eirond met een afgeknotten of bijna hartvormigen voet, stomp,, dubbel gekarteld, vaak wit gevlekt, de hoogere zijn kor


. De flora van Nederland. Plants. 226 LABIATAE. FAMILIE Galeobdolon luteum Fig. 273. a bloem, /) kelk. 16. Galeobdolon^) Huds. G. lüteum -) Huds. (Lamium Galeobdolon Crntz.). Gele doove netel (fig. 273). Deze plant is verspreid behaard. Zij heeft een vertakten, kruipenden wortelstok, waaruit opstijgende, bloeiende stengels komen en meest liggende, aan den voet wortelende, bebladerde takken. De onderste bladen zijn grooter dan de hoogere, zij zijn langgesteeld, rondachtig-eirond met een afgeknotten of bijna hartvormigen voet, stomp,, dubbel gekarteld, vaak wit gevlekt, de hoogere zijn korter gesteeld, eirond, spits, ongelijk gekarteld-gezaagd. De bloemen staan in zittende, meest 3- bloemige bijschermen, in de oksels van ge- wone bladen. Zij vormen meest vrij ver uit- eenstaande schijnkransen. De kelk is klok- vormig met 5 lancetvormige, priemvormig stekende tanden, die korter dan de buis zijn. De bloemkroon is groot (ongeveer 2 cM lang), citroengeel, van binnen bruinachtig gevlekt. De buis is naar boven gekromd, geleidelijk in de keel verwijd, van binnen van een scheeven haarring voorzien, evenlang als de kelk. De bovenlip is gewelfd, gaaf, lang gebaard, de onderlip is afstaand, 3-spletig met lancetvormige, spitse, gaafrandige slippen, waarvan de middelste iets grooter is, terwijl de zijslippen aan den voet donkergeel zijn. De meeldraden hebben kale helmknopjes. De vruchtjes zijn omge- keerd kegelvormig. 1,5-4 dM. 2\.. AprilâJuni. De plant behoudt vaak des winters hare groene bladen. Biologische bijzonderheden. De plant is een echte boschplant, dus zoekt beschaduwde plekken, waar vaak gevaar bestaat voor een gebrekkige ver- damping. Daarvoor zijn er echter hier in het sponsparenchym der bladen groote holle ruimten, die als lichte plekken met het bloote oog op de bladen, te zien zijn. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij Lamium album, doch de kroonbuis is hier slechts 8 niM lang en van boven verwijd, zoodat hier ook de honigbij den


Size: 1456px × 1717px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants