. De flora van Nederland. Plants. 264 — OROBANCHACEAE. — FAMILIE Orobanche caryophyllacea Fit;. 326. met een onaangenamen bijgeur, die herinnert aan dien der bloemen van Berberis. De stengel is tamelijk stevig, bruingeel of roodachtig, naar boven dicht bezet met roestgele haren, nauwelijks aan den voet verdikt. De schubben zijn 15 a 25 mM lang, bruin, lancet- vormig, lang toegespitst, behaard. De aar is tamelijk veelbloemig, vrij los. De schutbladen (fig. 326) zijn uit een breeden voet priemvormig, van buiten dicht met roestkleurige haren bezet en roodachtig gekleurd. De bloemen zijn 2-3


. De flora van Nederland. Plants. 264 — OROBANCHACEAE. — FAMILIE Orobanche caryophyllacea Fit;. 326. met een onaangenamen bijgeur, die herinnert aan dien der bloemen van Berberis. De stengel is tamelijk stevig, bruingeel of roodachtig, naar boven dicht bezet met roestgele haren, nauwelijks aan den voet verdikt. De schubben zijn 15 a 25 mM lang, bruin, lancet- vormig, lang toegespitst, behaard. De aar is tamelijk veelbloemig, vrij los. De schutbladen (fig. 326) zijn uit een breeden voet priemvormig, van buiten dicht met roestkleurige haren bezet en roodachtig gekleurd. De bloemen zijn 2-3 cM lang, rechtop-uitstaand. De kelk- helften zijn meernervig, met 2 ongelijk lange slippen, evenlang als of iets langer dan de halve kroonbuis, naar voren samenstootend, vaak ver- groeid. De bloemkroon en stempel zijn meestal bruinachtig rood (van geelwit tot donkerrood),, over de geheele oppervlakte met roestkleurige haren bezet. De bloemkroon (fig. 326) is uit een nauweren voet geleidelijk verwijd, klok-of buis- klokvormig, op den rug gekromd met ongelijk getande lippen. De bovenlip is helmachtig, uitgerand, met naar voren gerichte, niet afstaande tanden. De onderlip is stomp 3-lobbig, met eironde, bijna gelijke, naar voren ge- richte lobben, die niet half zoo lang als de buis zijn. De helmdraden zijn op 1-2 mM van den voet der bloemkroon ingeplant, beneden dicht behaard,, naar boven, evenals de stijl klierachtig behaard. 1[. 3-4,5 dM. Einde Mei—begin Juli. Deze soort is zeer veranderlijk in vorm en in insnijding der kelkslippen, der bloemkroon en in de kleur van al die deelen en ook in den vorm der stempellobben. Biologische bijzonderheden. In de homogame bloemen wordt honig afge- scheiden. De ingang der bloem is vernauwd doordat aan weerszijden van de middenlob der onderlip 4 naar binnen gerichte plooien staan. Daardoor moeten insecten, die hun kop onder de bovenlip steken, zoowel stempel als helmknopjes aanraken en daar de stempel boven de helmknopjes uit- steekt, wo


Size: 1434px × 1743px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants