Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China : waar in de gedenkwaerdigste geschiedenissen, die onder het reizen door de Sineesche landtschappen, Quantung, Kiangsi, Nanking, Xantung en Peking, en aan het keizerlyke hof te Peking, zedert den jaare 1655 tot 1657 zyn voorgevallen, op het bondigste verhandelt worden : beneffens een naauwkeurige beschryvinge der Sineesche steden, dorpen, regeering, weetenschappen, handwerken, zeden, godsdiensten, gebouwen, drachten, scheepen, bergen, gewaffen, dieren, &cen oorlog


Het gezandtschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen keizer van China : waar in de gedenkwaerdigste geschiedenissen, die onder het reizen door de Sineesche landtschappen, Quantung, Kiangsi, Nanking, Xantung en Peking, en aan het keizerlyke hof te Peking, zedert den jaare 1655 tot 1657 zyn voorgevallen, op het bondigste verhandelt worden : beneffens een naauwkeurige beschryvinge der Sineesche steden, dorpen, regeering, weetenschappen, handwerken, zeden, godsdiensten, gebouwen, drachten, scheepen, bergen, gewaffen, dieren, &cen oorlogen tegen de Tarters : verçiert met over de 150 afbeeldtsels, na 't leven in Sina . s , om met hen mondeling te kun-nen IjDreken. Hy liet hen ook welernftelyk waarfchouwen , datze geenTartarifche wapenen of eenigh geweermet zich uit het landt te voeren had-den. Inde Voor-zaal, daar de HeerenGezanten neerzaten , en hen van ze-keren Hoveling, nasLands gebruik,dsThee, of Boonen-fop, gefchonkenwierd, lagen de ftoelcn , tafels, bankenen alles over hoop, waar uit men ge-noegh konde befpeurcn en oordeeien,datze het Feeft van Bacchus gevierchadden; ook waren de meefte Heeren,die de Gezanten zeer vriendelyk ont-haalden en onderhielden, noch halfvolen dronken. De Heeren Gezanten, die met hun-ne bezoekingen niet veel zagen uit terechten, namen van deze Heeren eenbeleeft en eerbiedigh affcheid, en qua-men tegen den avond weer in hun Lo-gement ; doch verbleven daar niet lang,maar gingen noch dien zelven avondtlaat aan boord, inmeeningomdesan-C c deren ten gaan byde OnAer-konmgencm hun af~[cheidtene-mem maarkrygen gemgeheor. De Gezaa-ten gaantzeil. aot Gezandtschap aan den Grooten. De Hefmte-fiers der On~tier-konin-gen komende Geztin-tentefchtepmthMen, die vederna Kantonvertrekken. deren daags vroeg in den morgenftondttzeil te gaan , gelyk wy ook dewyl, na een weinigh zeilens,de windt begon te leggen en het doot ftilwierd, moeften vvy het anker ontrentden eerften Toren voorby K


Size: 1935px × 1291px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectnederlandscheoostindischecompagnie