. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . de dag zal het verklaaren : dewyle het door vuurontdekt word: enhoedaanigeens iegelyks werk is zalhet vuur beproeven. Zo iemants werk blyft^ dathy daar op gebouwdheeft 5 die zal loon ontfangen. 2 Ti MOT h: II: 19. Evenwel het vafte fondament Gods flaat, heb-bende dezen zegel ^ De Heerc kend de geenediezy-ne zyn: en-^ Een iegelyk die den naame van Chrijiusnoemt, fia af van ongerechtigheid. Judas vers 17,18,19,20,21. Maar geliefde, gedenk


. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . de dag zal het verklaaren : dewyle het door vuurontdekt word: enhoedaanigeens iegelyks werk is zalhet vuur beproeven. Zo iemants werk blyft^ dathy daar op gebouwdheeft 5 die zal loon ontfangen. 2 Ti MOT h: II: 19. Evenwel het vafte fondament Gods flaat, heb-bende dezen zegel ^ De Heerc kend de geenediezy-ne zyn: en-^ Een iegelyk die den naame van Chrijiusnoemt, fia af van ongerechtigheid. Judas vers 17,18,19,20,21. Maar geliefde, gedenkt gy de woorden die voor-zegt zyn , van de Jpojlelen onzes Hceren JezusChriftus: Dat zy u gezegt hebben, dat in den laatften tyd/potters zullen zyn^ die na haar e godlooze begeer-lykheden wandelen zullen. Deze zynt die haar zelven affcheiden^ natuur-lyke [menfchen] den Geeft 7iiet hebbende. Maar geliefde, bouwetgy u zelven op u allerhei^lig ft e geloove, biddende in den Heiligen Geeft: Bewaart u zelven in de liefde Gods ^ verwachten*de de barmhertigheid onzes Meeren Jezus Chriftusten eeuwigen keven, Z4 De 3fo DeBYKORF De HOOGEN DYK Door vlyc behoud Gy dan^ geliefde ^ {zulks} tevooreniveetende^ wachttt dat gs niet door de verletdinge der grouwelyke men-fchen mede afgerukt en word^ in miVéJi van uwe vafiigkeid. 2 Petrus III: i;, 1ege» DES G E M o E D S. 3fi Tegen V wyken >Moef men Dy ken. Xl/lk wcrde een Dykgraaf van zyn Hert, Op dat het niet onmachtig werd,Voor aanloop van de hooge ftroomen, Die uit de groote Wereld-Zee, Tot dreigement van ach, en wee,Veelvoudig op zyn Dyking komen. Want menig zit en flaapc geruft, Met een verzwakte en laage , in het wel befchikken. Waar door den Arbeid van t Gemoed, Zyn beft met al de zinnen doet,Tot heeling , daar het breekt aan flikken. Want die t bedenkt j VervaarIyk groot, Is t dreigen van die zwaare t Eeuwig leven zoude fchenden! En wie verdraagt de bittrc fpyt, Dat flordige onachtzaamheid,Hem bragt in d


Size: 1613px × 1548px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblems, bookyear1711