. De flora van Nederland. Plants. Poa bulbosa fis. 444. Friesland, West-Friesland en Zuid-Holland tuingras, in Waterland open kruipgras, in West-Friesland krokgras en op Walcheren koudgras. P. bulbósa i)L. Knolbeemdgras (fig. 444). Deze soort is meest iets grijsgroen. De stengels zijn aan den voet knolvormig verdikt, rolrond. De bloemstengel en de korte, wortelstandige bladloten zijn meest duidelijk door gemeenschappelijke scheeden omsloten. De stengels zijn meest rechtopstaand, glad, meest ver onder de pluim onbebladerd. De bladen hebben een gladde scheede en een smalle, meest borstelvormig s
. De flora van Nederland. Plants. Poa bulbosa fis. 444. Friesland, West-Friesland en Zuid-Holland tuingras, in Waterland open kruipgras, in West-Friesland krokgras en op Walcheren koudgras. P. bulbósa i)L. Knolbeemdgras (fig. 444). Deze soort is meest iets grijsgroen. De stengels zijn aan den voet knolvormig verdikt, rolrond. De bloemstengel en de korte, wortelstandige bladloten zijn meest duidelijk door gemeenschappelijke scheeden omsloten. De stengels zijn meest rechtopstaand, glad, meest ver onder de pluim onbebladerd. De bladen hebben een gladde scheede en een smalle, meest borstelvormig samen- gevouwen, aan de stengelbladen vaak vlakke, gladde, toege- spitste schijf, die alleen aan den rand of ook van boven ruw is. De tongetjes (fig. 444) zijn verlengd, tot meer dan 3 niM lang, de bovenste zijn spits. De pluim is langwerpig of eirond, tot 8 cM lang, voor en na den bloei samengetrokken. De takken zijn alleenstaand of hebben een takje aan den voet, zijn ruw, tijdens den bloei rechtop-afstaand, vaak heen en weer gebogen. De aartjes zit- ten aan den top der takken en takjes min of meer in kluwens, j^ zijn circa 6 mM lang, langwerpig-eirond, meest 4-6-bloemig, groen of violet aangeloopen, vaak groeien zij tot groene uit- spruitsels uit (de monstrositeit /^'. vivipara-) Koel.). De voet van het op een na bovenste aartje staat niet over de halve lengte van de aarspil lager dan de voet van het bovenste, zoodat de aartjes elkaar voor meer dan de helft bedekken. De kelkkafjes zijn tot 4 mM lang, beide 3-nervig, vrij breed, spits, met ruwe kiel. Het onderste kroonkafje is onduidelijk 5-nervig, de kiel en de rand- nerven zijn tot bijna aan den top zijdeachtig behaard. De bloemen zijn aan normaal ont- wikkelde aartjes door de vlokken der lancetvormige, spitse, onderste kroonkafjes verbonden. ^. 1-5 dM. Mei, Juni, zelden Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa in droge bosschen, aan wegranden en aan hellingen voor. Zij is bij ons in
Size: 1376px × 1817px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants