. De flora van Nederland. Plants. met smal gevleugelden Het zuiltje is tot den 6-10 diW. (Juni) iets vliezig gerande blaadjes. De bloemkroon is in den later wit. De stijlen zijn langer dan het schijfvormige stijlkussen. De vrucht is langgesteeld, elliptisch, aan den top ingesneden, 5 a 6 mM lang, rand (fig. 541). voet gespleten. Juli, Augustus. Deze soort onderscheidt zich van Selinum Carvifolia door het omwindsel en door de ruwe schermstralen. Voorkomen in Europa en in Neder- land. De plant komt in Noord- en Midden-Europa voor in moerassige weilanden en in moerassen, aan vijvers en sloote


. De flora van Nederland. Plants. met smal gevleugelden Het zuiltje is tot den 6-10 diW. (Juni) iets vliezig gerande blaadjes. De bloemkroon is in den later wit. De stijlen zijn langer dan het schijfvormige stijlkussen. De vrucht is langgesteeld, elliptisch, aan den top ingesneden, 5 a 6 mM lang, rand (fig. 541). voet gespleten. Juli, Augustus. Deze soort onderscheidt zich van Selinum Carvifolia door het omwindsel en door de ruwe schermstralen. Voorkomen in Europa en in Neder- land. De plant komt in Noord- en Midden-Europa voor in moerassige weilanden en in moerassen, aan vijvers en slooten en is bij ons algemeen. Gewone varkens- P. officinale ') L. kervel (fig. 542). Deze soort is onbehaard. Zij lieeft een bijna vertikalen wortelstok met vele zijtakken en vele hoofden, waaruit de rechtopstaande, rol- ronde, fijn gestreepte, gevulde, naar boven vertakte stengels komen. De wortelbiaden zijn groot met cylindrischen steel, zij zijn her- haald 3-tallig en hebben smal lijnvormige, aan weerszijden versmalde blaadjes. De stengelbladen zijn klein, staan vrij ver uiteen, de bovenste bestaan alleen uit een scheede. De schermen zijn groot, rechtopstaand, eindelings en â ^> .. -5=tó^<-.^ ..--^^ hebben 12-20 of meer dunne, lange, onbehaarde stralen. â Het omwindsel is 2-3-bladig, afvallend. De omwindseltjes zijn meest 6-bladig, met lijnvormige blaadjes. De kelk- tanden zijn klein, de kroonbladen geel, de stijlen evenlang als het stijlkussen. De stralen der schermpjes zijn 2-3 maal zoolang als de vrucht. De vrucht is groot, omge- keerd eirond, met een smallen, dikken vleugelrand (fig. 542). 9-15 dM. ^. Juli, Augustus. De plant is van Foeniculum officinale en van Anethum graveolens te onderscheiden door de wijze, waarop de bladen zijn ingesneden, door de veelbladige omwind- seltjes en door het bezit van een wortelstok. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bosschen, weiden en vochtige velden in West-en Zuid- Europa voor. Of zij bij ons is gevond


Size: 1587px × 1575px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants