. De godlievende ziel vertoont in zinnebeelden . t meê geleidde. Hier worftelt zy veel vvorfteling Eer zy zichzelve heel poogt zich wakker te verkloekcn,En vordert meer en meer in t zoeken, Tot dat zy, na veel fmerten, vindt Hem dien zy teederlyk op dien trooil volgt weer blyft getrouw, niets kan haar baten Nogh fchaden , t geen haer Lief niet is. Daer ryft uit deze duifternisTen lefte een Licht, dat zyne dralenMet Goddelyken glans doet pralen En ongefchapen luider fpreit Van Godts onzichtbre fmelt zy wegh, als heel gelenigtEn met haer Bruidegom


. De godlievende ziel vertoont in zinnebeelden . t meê geleidde. Hier worftelt zy veel vvorfteling Eer zy zichzelve heel poogt zich wakker te verkloekcn,En vordert meer en meer in t zoeken, Tot dat zy, na veel fmerten, vindt Hem dien zy teederlyk op dien trooil volgt weer blyft getrouw, niets kan haar baten Nogh fchaden , t geen haer Lief niet is. Daer ryft uit deze duifternisTen lefte een Licht, dat zyne dralenMet Goddelyken glans doet pralen En ongefchapen luider fpreit Van Godts onzichtbre fmelt zy wegh, als heel gelenigtEn met haer Bruidegom vereenigt, Dien zy, zelfs in verlating, mint. O Liefde die het al verwint! AEN- AENM0EDIG1NG. w El aen die op Godts min beluftGraegh daerdfche luften had geblufchtt Hare moet gefpeent,Daer moet geweent, Daer moet veel imert en pynGeleden zynEer gy met Godt vereent. Maer zyt njet moedloos; blyft niet zelf biedt hulp op deze tranen gafDroogt tranen maer ftantvafbgh voort:Hy gaf zyn woort,En helpt u tot aen t graf. OP-. cw/uUhs ntetu a fc ncn cJlK avjeertaituj. TsaI- jy. J OPDRAGHT A E N E Z U DEN BEMINDEN. Heer, voor u is alle myne begeerte: en myn zuchtenis voor u niet verborgen. Éf. XXXVI LI. 10. OJE2Us, zie myn boezem voor u Alziende Oogh , zie door de wolken heenMyn imerten, hoor mynklagten en gebeên,Zoo mag ik een^ op myn verlofiing hopen ! Ik zoeke een Üaet, dien daertsheit niet erkent,Maer, ach! hoe rake ik los van deze banden?Myn Heilant, breekze, ei. breekze met uw handen, Én help myn ziel gelukkigh aen het ent!Ikoffereu, myn Lief, al myn gedachten , Myn woort, en werk, en oogh, en hart, en monr,En tong, en tael (Gy hebt myn ziel gewont)Ik hou nogli luit, nogh fmaek, nogh wil, Zy alles t uwe. AHèeo laet my uw min;Myn Bruidegom, k zal alles voor u lyden :Geen ftryt zóozwaer, dien ik niet door zal ttryden. Dus trede ik nu, volmoets, teaftrytperkem:Laet maer uw kracht niet van myn zyde wyken,Dan zal ik in geene eeuwig


Size: 1270px × 1967px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorhugoherman15, booksubjectemblems, booksubjectloveinart