. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. CYPERACEAE. — 409 zijn meest laiif^^er dan de bloeiwijze, zeer kort scheedeachtig. De vrouwe- lijke aartjes zijn cyiindrisch, meest niet tot 7 cM lang, meest veel korter, zittend of het onderste kort gesteeid, rechtopstaand, zeldzamer, als zij lang zijn, knikkend. De kafjes (tig. 336) zijn lancetvormig, in een aan den rand gezaagde spits versmald, zwartbruin met groene middenstreep, iets korter dan de urntjes. Er zijn 3 stempels. De urntjes (tig. 336) zijn kaal, olijfgroen, veelnervig, langwerpig-eirond, circa 4 mM lang, samengedrukt, driekant


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 17. CYPERACEAE. — 409 zijn meest laiif^^er dan de bloeiwijze, zeer kort scheedeachtig. De vrouwe- lijke aartjes zijn cyiindrisch, meest niet tot 7 cM lang, meest veel korter, zittend of het onderste kort gesteeid, rechtopstaand, zeldzamer, als zij lang zijn, knikkend. De kafjes (tig. 336) zijn lancetvormig, in een aan den rand gezaagde spits versmald, zwartbruin met groene middenstreep, iets korter dan de urntjes. Er zijn 3 stempels. De urntjes (tig. 336) zijn kaal, olijfgroen, veelnervig, langwerpig-eirond, circa 4 mM lang, samengedrukt, driekantig, geleidelijk in den korten snavel versmald. Deze snavel heeft afstaande tanden. De mannelijke aartjes zijn langwerpig of dik cyiindrisch, aan weerszijden afgerond, staan dicht opeen, zijn meest niet meer dan 3 cM lang. De kafjes zijn langwerpig-lancetvormig, de onderste zijn stomp, de bovenste in een fijne, aan den rand gezaagde, ruwe punt uitloopend, alle zijn donker purperbruin. De vruchten zijn omgekeerd eirond, drie- kantig, klein. 4. 3-10 dM. Mei, Juni. In uiterlijk lijkt deze plant wat op C. acuta, doch is er van te onder- scheiden door de dikke, mannelijke aartjes, door den 2-tandigen snavel aan de urntjes en de sterk rafelende bladscheeden. Ook is zij van deze en tevens van C. riparia en andere soorten te onderscheiden, doordat de mannelijke bloemen zich te gelijk ontwikkelen, waardoor een dikke bundel helmknopjes te zien is. Bij de variëteit jS. spadicea ^) Aschers. et Gr. (C. Kochidna-) D. C.) zijn de urntjes omstreeks half zoo lang als de lang toegespitste kafjes. Ook een vorm cladostdchya, waarbij op de plaats der vrouwelijke bloem een aartje, dat verscheiden vrouwelijke en verder eenige mannelijke bloemen draagt, ontwikkeld is, komt voor. Biologische bijzonderheid. Wat bij C. stricta omtrent den bouw der bladen is gezegd, geldt ook hier. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in vochtige weiden, aan oevers en slooten voor. Zij is


Size: 1338px × 1867px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants