. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen . heid ontbreek^Ten rechte fegt de Wyfe Mond,Dat alles heeft fyn tyd en Chriften-Pelgrim neemt het wis,Die ^ in en uit de wereld is. Op t bovenftaande. Ëen Chriften mint, als t hoogde goed^Den eigen opbouw van t gemoed, Dat is byliem lbo hoog in waard, Als t alderkoftelykft op aard; Want ziele-winft is groote winft, En d aardie acht hy h Dat hy t ook in fyn even-mens Mag werken , is fyn hart en wens. Dat lieve B
. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen . heid ontbreek^Ten rechte fegt de Wyfe Mond,Dat alles heeft fyn tyd en Chriften-Pelgrim neemt het wis,Die ^ in en uit de wereld is. Op t bovenftaande. Ëen Chriften mint, als t hoogde goed^Den eigen opbouw van t gemoed, Dat is byliem lbo hoog in waard, Als t alderkoftelykft op aard; Want ziele-winft is groote winft, En d aardie acht hy h Dat hy t ook in fyn even-mens Mag werken , is fyn hart en wens. Dat lieve Brood, des leevens ftut,: Maakt hy fyn naaften ook te nut;1 Want hy dat beide gaaren geeft,• Waar door de ziel en t lighaam leeft;; Want heilig, heilig is fyn werk, En volgens dien altyd te kerk:; Het aards en t hemels dat moet tfaame Gedaan zyn in des Heeren Naam: Die in dien dienft ftaag (laat gereed,Wel menigmaal loopt dat hv fweet. Des naaftens werrikfaam % En Gode foo feer aangenaam, Dat hy het hier op aarde loont, En na met Hemels heil bekroont h Te* i3* STICHTELYKE RYMEN. Trek uit t Compas de rechte fin,Want daar fteekt goede leering Daar is geen fterker trek of kracht,4Js die door God* Geeft word gewracht. TWEEDE DEEL. 133 Op t Compas. Gelyk de Lely in t Compas,Het Noorden foekt, en vind het ras,En lbo daar heenen is gefind,Dat fy niet ruft voor dat fy t vind,Door een verborgen trek en kracht,Die haar in t middelpunt bewracht,Dat f eer geen ftil ftaan vind, noch ruft,Voor dat fy Noorden heeft gekuft. Toepafling. Soo ook myn ziel, foek Gode ras,Gelyk de Lely in t Compas,Zyt na uw oorfpronk lbo gefint,Dat gy niet ruft tot gy hem vind,Door fynes Geeftes trek en kracht,Die in uw harte word geen leedig ftaan, noch ruft,Als daar g uw Schepper vind en kuft. HEMELS ECHO. GYEcho, die weleer in hooge Tempel-kooren,Uw galmen ons liet hooren;Of in de ruime lucht, als van den hemel af, Godfpraaken aan ons gaf!En wyl den Satan my, voetanglen, en veel
Size: 1430px × 1748px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksu, booksubjectemblembooksdutch