. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . hetgevallen kroort yverig op, keert te rugge, en brengt het in hetnell, en hem nocheens agterhalende, laet zy weder een jong vallen, zoo lange tot hy aen den oe-ver der zee is, en dus het gevaer met de overige jongen ontduikt : wanneereerft te recht de woede en razende toorn der moeder befpeurt wort j want deoverige niet vindende , en dezelve niet kunnende achterhaelen, t
. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . hetgevallen kroort yverig op, keert te rugge, en brengt het in hetnell, en hem nocheens agterhalende, laet zy weder een jong vallen, zoo lange tot hy aen den oe-ver der zee is, en dus het gevaer met de overige jongen ontduikt : wanneereerft te recht de woede en razende toorn der moeder befpeurt wort j want deoverige niet vindende , en dezelve niet kunnende achterhaelen, tiert en brult zyop een vreefchelyke wyze. By de ^zanges ^ (Indiaenfche volkeren) zyn veel Tygerdieren. Ook tekentuilbertus aen, dat de Jagers eenige ronde Spiegels ten gebruik hebben, omdeTy-gers te misleyden en te vangen, Ipiegels die zy aen den weg leggen, als zy denTygers hunne Jongen ontvoeren ; want wanneer de moeder hen vervolgt en deSpiegels vindt, ziet zy zich zelf daer in , en waent haer Jongen daer in te zynbeflooten, en blyft er eenigen tyt by , en dus vint de Jager gelegenheit en tycom haer te ontkoomen. Hoe wreedt de Tyger is , zegt Plinius, hy laet zich overwinnen door dsHyena. xviir. ZIN- 8o ZINNEBEELT. XVIII. ZINNEBEELT. Van de Langkmoedigheit en Verdraegzaemheit. E En bedaegde Vrouw , hebbende haer oogen ten hemel opgefla-gen. De armen van elkander , de handen naer booven opgehee-ven. Zy is om het lyf gegordt met een gouden gordel. Zy zit op eenvierkanten fteen onder den lommer van een cederboom. „ Het Vrouwebeck is hedaegt gemaelt, om dat de langkmoedigheit meer eigenis aen den meerderjaeiigen en bcdacgden, als aen den Jongeling, of die van min-der jaercn is. „ (a) Haer oogcn zyn ten hemelgekeert, als een bcwys dat het een deiicht is, diehaer van Godt gefchonkcn wort, en dat al haer vertrouwen op de langkmoe-digheit Godts gcveftigt is, die dikwils in *t Woort Godts van wegens diedeucht geroemt is. „ De armen van elkander^en de handen naer booven opgeheev
Size: 1397px × 1790px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems
