. Album der Natuur. 36 MERKWAARDIGE NESTEN. zwart, maar voor een grijswit pluisje houden, zoozeer zijn ze bedekt met witachtige vlokken, die voornamelijk gehecht zitten op het ach- terlijf en vaak eene lengte hebben, grooter dan die van 't geheele dier- tje (Fig. 2). Deze vlokken zweven als een staart achteraan en vertoo- nen vooral aan 't gewapend oog de zonderlingste draadachtige en wol- lige vormen. Hoe kleiner deze teêre en hulpelooze schepseltjes zijn, des te minder van die vlokken ziet men er op, en de kleinsten hebben slechts een fijn wit poeder. Met de hier genoemde witte vlokken is oo
. Album der Natuur. 36 MERKWAARDIGE NESTEN. zwart, maar voor een grijswit pluisje houden, zoozeer zijn ze bedekt met witachtige vlokken, die voornamelijk gehecht zitten op het ach- terlijf en vaak eene lengte hebben, grooter dan die van 't geheele dier- tje (Fig. 2). Deze vlokken zweven als een staart achteraan en vertoo- nen vooral aan 't gewapend oog de zonderlingste draadachtige en wol- lige vormen. Hoe kleiner deze teêre en hulpelooze schepseltjes zijn, des te minder van die vlokken ziet men er op, en de kleinsten hebben slechts een fijn wit poeder. Met de hier genoemde witte vlokken is ook nagenoeg de geheele binnenvlakte van het nest bekleed. Bij aan- merkelijke vergrooting ziet deze oneffene binnenvlakte er uit als een gedeeltelijk groen, gedeeltelijk uit heldere massas bestaand gebergte, bijna overal bedekt met sneeuwmassas, en waarop het krielt van le- vende wezens. Het gevleugelde insekt (Fig. 3) is iets grooter dan het grootste ongevleugelde, en schijnt bovendien nog met de helft zijner lichaams- Fig. 2. Fig. 3. Fig. lengte verlengd door de achter uitstekende vleugels, die in horizontale richting worden gedragen. Van dezen is het tweede paar aanmerkelijk kleiner dan de voorsten. Deze laatsten hebben aan den buiten- (beneden-) rand een ovaal-ruitvormig en zeer groot verdikt puntje, en de daarvan uitgaande ellepijpader (nervus cubitalis) is onverdeeld. De sprie- ten hebben drie geledingen, waarvan de derde veel langer, penvormig (afgeknot-kegelvormig), in profiel gezien zaagtandig (geringd) is, en op een voetstuk staat. Hiernaar komt mij deze soort voor tot het geslacht Phylloxera ' te behooren. De tegen het borststuk rustende zuig- snuit is vrij lang en buigzaam. De gevleugelde noch de ongevleugelde voorwerpen bezitten buisjes aan het achterlijf. De kleur der gevleugelde insekten is dofzwart. Tot kort vóór zij in staat zijn om uit te vliegen, hangt ook bij dezen aan vleugels, lichaam en pooten nog eenig fijn wit poeder; bij 't uitvliegen is dit echt
Size: 2245px × 1113px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bhlconsortium, book, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber60