. Dan. Heinsii Lof-Sanck Van Iesus Christus, den eenigen end eeuwigen Son Godes. Met noodelicke Vytleggingen aenvvÿsende den gront van het out Christelick geloof, in den selven vervat . I. Omnia pincit Vidi ego qui durumpojfetfienare leonem:VidiquifoluscordadomaretAmor. Den ftercken ben ick fterck, Jen fachten fachte bandenÉn toornen werpick om; het wijckt doch al mijn handen,Al wat de^hoone Son beftraelt. Het is een kindt,Een kint, een kint alleen, dat foo veel mannen wonder ift dat haer de menfchen overgeven,Als ick de leeuwen toom, en onder my doe beven ?r Wat ftrijdt ghy t


. Dan. Heinsii Lof-Sanck Van Iesus Christus, den eenigen end eeuwigen Son Godes. Met noodelicke Vytleggingen aenvvÿsende den gront van het out Christelick geloof, in den selven vervat . I. Omnia pincit Vidi ego qui durumpojfetfienare leonem:VidiquifoluscordadomaretAmor. Den ftercken ben ick fterck, Jen fachten fachte bandenÉn toornen werpick om; het wijckt doch al mijn handen,Al wat de^hoone Son beftraelt. Het is een kindt,Een kint, een kint alleen, dat foo veel mannen wonder ift dat haer de menfchen overgeven,Als ick de leeuwen toom, en onder my doe beven ?r Wat ftrijdt ghy tegen my ? als t doch fbo weien moet,l Waerom en leert ghy niet my komen te gemoet ? 2. Au dedansje me confume. ^ Exta ipelut claufisfiripor conjumit in ollis, Etmeaconfumitvijceractecusamor. Beneden ben ick heet, van boven toegeflpten J ^an boven worter gans geen water in gegoten,Van onder viers genoech. O doodt, CJ wreede doodt,Waert dat ick fterven kónd fbo waer ick uyt dé noodt. ^Ju fterf ick als ick leef, ick ben doodt al mijn leven, Mijn hert verdroocht in t lijf, mijn jeucht gaet my begeven,Geen vreucht en ilTer meer. van buyten is den brandt, r^ Van binnen foygt hy uyt


Size: 1905px × 1312px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorheinsius, bookcentury1600, bookdecade1610, bookyear1616