. De flora van Nederland. Plants. Triglochin maritima Fig. 574. De bloemen staan in een dichten tros, meest zonder topbloem. De bloemstelen zijn korter dan de vrucht, 2-4 mM lang, rechtop-afstaand. De bloemdekbladen zijn groen, aan den rand witachtig vliezig, naar boven roodachtig. Er zijn 6 stempels. De vrucht is 4-6 mM lang, tot 2 mM dik, eirond, onder den top samengesnoerd, 6-hoekig. Alle 6 vruchtbladen zijn ontwikkeld. Zij springen met 6 kleppen open, die een afgeronden voet hebben. De vruchttros is verlengd met vele vruchtjes, die op uitgespreid rechtopstaande stelen staan, die korter zij


. De flora van Nederland. Plants. Triglochin maritima Fig. 574. De bloemen staan in een dichten tros, meest zonder topbloem. De bloemstelen zijn korter dan de vrucht, 2-4 mM lang, rechtop-afstaand. De bloemdekbladen zijn groen, aan den rand witachtig vliezig, naar boven roodachtig. Er zijn 6 stempels. De vrucht is 4-6 mM lang, tot 2 mM dik, eirond, onder den top samengesnoerd, 6-hoekig. Alle 6 vruchtbladen zijn ontwikkeld. Zij springen met 6 kleppen open, die een afgeronden voet hebben. De vruchttros is verlengd met vele vruchtjes, die op uitgespreid rechtopstaande stelen staan, die korter zijn dan de vruchtjes. 2].. 1,5-7,5 dM. Juni—Augustus. Biologische bijzonderheden. Eerst treden uit de dan nog gesloten blijvende bloemen de eenigszins veerachtige stempels. Daarna worden de bloemdek- bladen door het opzwellend vruchtbeginsel uit elkaar gedreven en nu buigen zich de 3 buitenste iets terug, doch zoo dat hunne toppen nog steeds met het vruchtbeginsel in aanraking blijven. Daardoor ontstaan 3 halvemaanvormige zakjes en achter ieder dezer opent zich een helmknopje, zoodat het stuifmeel daaruit bij windstilte in die zakjes valt en daarin blijft, tot de wind het er uit drijft. Dan vallen deze bloem- dekbladen af en gaan de binnenste hetzelfde doen. De door een stijf rechtopstaande spil gedragen deelvruchtjes (fig. 575) zijn, als zij rijp zijn, met hun spitse punt naar beneden gericht en laten gemakkelijk van de spil los, vooral als dieren er langs loopen. Zij blijven dan als naalden in de huid of de pels van deze zitten en worden zoo verspreid. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in strandweiden, ook wel in het water voor. Zij is bij ons vrij algemeen. In sommige streken worden de bladen wel als groente gegeten. Zij verliezen door het koken den eigenaardigen, onaangenaam chloor- achtigen geur. T. palüstris^) l. Moeraszoutgras (fig. 576). Deze onbehaarde plant heeft een geschubden, nauwelijks opgezwollen, circa 1 dM langen, ver- ti


Size: 1323px × 1889px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants