. Jesus en de ziel : een geestelycke spiegel voor 't gemoed : bestaande uyt veertig aangename en stichtelyke sinne-beelden : vervat in drie deelen . r 158 JESUS en de ZIEL. De Ziele hezfi hazr herte met ^efus verfegeldt E En ander fegel met ï,ijn ringe,Een groote fchat van aertfche dingen,Die dierbaer is en hem bchaeght, Voor een ontrouwe knecht of heb den Soon uyt Godt den Vader,Dien levendigen bron en ader, Der dicpfte liefde en vriendelijckheyt. Het eeuwigh licht der Majefteyt,De foetfte J e s u s, Heer der Heeren,Wien alle faerge geeften eeren En dienen, fonder dwang of wet, Soo


. Jesus en de ziel : een geestelycke spiegel voor 't gemoed : bestaande uyt veertig aangename en stichtelyke sinne-beelden : vervat in drie deelen . r 158 JESUS en de ZIEL. De Ziele hezfi hazr herte met ^efus verfegeldt E En ander fegel met ï,ijn ringe,Een groote fchat van aertfche dingen,Die dierbaer is en hem bchaeght, Voor een ontrouwe knecht of heb den Soon uyt Godt den Vader,Dien levendigen bron en ader, Der dicpfte liefde en vriendelijckheyt. Het eeuwigh licht der Majefteyt,De foetfte J e s u s, Heer der Heeren,Wien alle faerge geeften eeren En dienen, fonder dwang of wet, Soo duydlijck op mijn hart gefetGelijck een zegel; dat de dingen,Die wy foo mildt van Godt ontfingen. Ons nimmer mochten zijn ontvoert, Door hem die op dien fchatkift fich daer meefter van te roover durft ons niet genaken, Als hy dat hooge fegel fiet, Want dit gebraedt en fmaeckt hem niet» Goddelyck Antwoort. SEt my ah eenfe^cl op u hcrte, al f zen fegel op uwenarm: want de liefde is flercl^ ah de doodt: deyvzrishart ah het graf: hare l^ookn ts^ijn vurige kpolen, vlammen dts Heeren, Cant, 8» vers 6» lek HET DERDE DEEL. 159. lcJ{^ hm ma Chrijio geksuift. En icl^ leve [doch] nietmeer ick» maer Chrtflm leeft in my : en^igene icl(_ nu inhet vhefch leve^ dat leve icl{^ door bet gelove des SoonsGodts. die my lief gehadt heft, en hem felven voor myQveriegeven heeft* Gal. 2» vers 20. Op i6o JESUS en de ZIEL. Op het XXXVII. de verfegelinge des hettzn, SEtmy aJs-een fe^elop uherte, CanU 8. vers^. Merkt6 Godilievende Ziele, hoe den allervriendelijckftenBruydegom Jesus Christus, gebenedijde in dereeuwigheyt, felvcrudatgebodc van hem lief te hebbenYoorichrijft, ende van u begeert dat ghy altijdt aen hemgedenckcn fait, en nimmermeer zijn gedachtenis ver-geten. Soo vordert nu den Bruydegom door defe woor-den die bewaringe des herten i wanthet herteis eenkiftder hemeliche (chatten, daer in de genade, liefde, wijs-heyt en den heyligen Geeft felve uytgegoten


Size: 1359px × 1838px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booki, booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist