. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . koninglyk banket,Het alies ziet in weelde woeien, Kan onder t zwaard, ter moord gewet,Gezeeten, geen vermaak gevoelen: Geen zachte llaap verlokt zyn geest,Al huuwt zich maatgezang aan fnaren; Maar die t fterflot wenfcht noch vreest,Kan allerbest zyn ruft bewaren. 35. De licht vergenoegde is gelukkig, TT\Te met zyn kleen gewonnen goedEn minzame Ega leeft te vreeden, Door


. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . koninglyk banket,Het alies ziet in weelde woeien, Kan onder t zwaard, ter moord gewet,Gezeeten, geen vermaak gevoelen: Geen zachte llaap verlokt zyn geest,Al huuwt zich maatgezang aan fnaren; Maar die t fterflot wenfcht noch vreest,Kan allerbest zyn ruft bewaren. 35. De licht vergenoegde is gelukkig, TT\Te met zyn kleen gewonnen goedEn minzame Ega leeft te vreeden, Door fpys en drank, ter nood, gevoed,Word van geen booze luft beftreeden. Schoon Indien haar fchat ontfluit,Hy voelt geen prikkel van verlangen: Want, dryft hy zyn begeerten uit,Hy heeft de groocfte fchat ontfangen, 36. Die niet begeert is ryk* T\E kroon en fcepter fchynen waard Gewenfcht, om heerfchappy te voeren; Maar dit s een rechte Vorften aart,Die nimmer ftaatzucht kan beroeren. De kroon, die hem voor al behaagt,Terwyl hy Heer blyft van zyn rochten, Is die de deugd op t voorhooft draagt ^En van die fchoone hand gevlochten. De uit H O R AT I U S. 19 D* Koningen zyn aardfche Goón9Elk fchrikt en beeft voor haar geboê 37. Alle macht is hooger onderworpen* T\E, Vorst betoont zyn hooge macht,Met volken door de wet te toornen, En zietze van t gemeen volbragt,Schoon hy die zelf niet na wil komen. Jupyn nochtans leeft boven hem,Waar voor de grootfte Vorften beeven, Wanneer hy dondert mee zyn ftem,Of heeft zyn blixem opgeheeven. B 2 38. Ds 2o ZINNEBEELDEN 38. De vuysheid beeft vrybeid. T}E Wyze, die zich zelf regeert,Gebied alleen als vrygebooren, Dewyl, van geen belang verheert,Hem ftaat noch rykdom kan bekooren. De onzeekre fchatten van t gevalStaan onder zyn gezach geboogen. De wysheid fielt hem boven al;Zy fterkt zyn vryheid en vermoogen. 39. Vrees voor armoede maakt flaaven. ,U7Ié aan zyn vryheid affcheid geeft,Uit vrees voor armoede, en haar plagen, Krygt licht een Heer, die


Size: 1772px × 1410px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, bookiddeleermeesterder00jan, booksubjectemblems