. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . wde hert: Wat is t? eilaas! datmiftmen. t Hert word naaa eens geraakt, men wryft wat om de huitMen plukt wel bovcn-lof, maar zelden wortel door gefchiet het dat die al gercinigt heeten,En Leden van Godts Kerk, zo s anders niet en weeten,io licht ontfteeken zyn tot hoogmoed, toorn en wraak,Tot achterklap, totfpot, tot ydelyk ! laaten zulke weer haar kecren tot de plafTen,En zoeken haare fmet wat dieper af te walTen-»t En is doch niet


. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . wde hert: Wat is t? eilaas! datmiftmen. t Hert word naaa eens geraakt, men wryft wat om de huitMen plukt wel bovcn-lof, maar zelden wortel door gefchiet het dat die al gercinigt heeten,En Leden van Godts Kerk, zo s anders niet en weeten,io licht ontfteeken zyn tot hoogmoed, toorn en wraak,Tot achterklap, totfpot, tot ydelyk ! laaten zulke weer haar kecren tot de plafTen,En zoeken haare fmet wat dieper af te walTen-»t En is doch niet genoeg al ziet een ander nietDat wy befmetlyk zyn; want Godt het alles ziet;Voor hem en is geen fmet ( hoe diep) bedekt te houwen,Hy is t die hert en nier op t naaufte gaat befchouwen;Dies laat ons s morgens het inwendig maaken net,Eer dat wy uiterly k afwafTchen onze fmet. Jefaia i. v. 16,17. Wajfchet h , reinigt u, doedde boos-heidt uwer handelingen van -voor myne oogen wech, laat afman ([uaadt te doen, leeretgoedt doen ^ zoekt het recht. XXIX. Of Of verfdeide Gekgenthcdett. 47 XXIX. Oj>degelegentheidvaneenSnyder^ diealdus/preekt:. T K zou gewis dit kleedt veel eerder konnen maakcn, -*• Indien dat ieder menfch de hoovaardy ging laaken, Dit kieet was dan haait wel, maar nu (door hoovaardy ) Zo fchort er altyd iet, aan deen ofdander ly: Een ieder zou ( bykans, zyn kleeders konnen naaien, Indien de hoovaardy het (luk niet quam verdraaien; Maar nu ( door hoovaardy ) zo iser veel aan vaft, Een Snyder maakt nu naau dat het de lieden paft. Och! of een ieder menfch zich vergenoegt kon houden, Ik meen het groot gemak aan veele geeven zouden. De menfch klaagt niet altyd door druk en tegenfpoet, Maar 4^ Innerlyke Bedenkingen ^ Maar dikwils Oïil dat hy wil hebben overvloet. Ook vind ik by de pracht noch dit gebrek te weezen, - Dat zy veel fchade doet van dieze word gepreezen, Wy moeiten in het werk, een ander dieze draagt, Noch ziet men evenwel dat menig pracht behaagt. De Duivel,


Size: 1742px × 1435px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems