. Onze vogels in huis en tuin . spoedig al de overige Zan-gers en maken bij het zingen allerlei hartstogtelijke bewegingen, steken hun kuifjeop, draaijen den kop links en regts, wippen met den staart, slaan met de vleu-gels en vliegen onophoudelijk van het eene stokje naar het andere. Zij vechtenook gaarne met hunne kooigenooten, doch schijnen, gelijk vele vogelliefhebberszullen opgemerkt hebben, even als de Barmsijsjes, voor den Groenling bevreesd te zijn. Men voert ze in gevangenschap met wit en zwart zaad en, als men dit ver-krijgen kan, met elzenproppen. Als zij lang gekooid zijn geweest,


. Onze vogels in huis en tuin . spoedig al de overige Zan-gers en maken bij het zingen allerlei hartstogtelijke bewegingen, steken hun kuifjeop, draaijen den kop links en regts, wippen met den staart, slaan met de vleu-gels en vliegen onophoudelijk van het eene stokje naar het andere. Zij vechtenook gaarne met hunne kooigenooten, doch schijnen, gelijk vele vogelliefhebberszullen opgemerkt hebben, even als de Barmsijsjes, voor den Groenling bevreesd te zijn. Men voert ze in gevangenschap met wit en zwart zaad en, als men dit ver-krijgen kan, met elzenproppen. Als zij lang gekooid zijn geweest, worden zij weleens donkerder en de wijfjes dikwijls min of meer rood op den stuit, waardoor zijeenigzins op het mannetje gelijken. De vogelhandelaars bestrijken dan ook somsde stuitveêren van het wijfje met de eene of andere roode kleurstof, ten eindehaar voor een mannetje te verkoopen; ditzelfde doen zij trouwens ook met deBarmsijsjes, en soms met de Kneutjes. Variëteiten van deze vogelsoort zijn tot nog toe niet ■1 &H ui era ans, ad n; i -v r /ry?(//. DE KNEU. FRINGILLA GANNABINA. De Kneu of het Kneutje is een vinkachtige vogel, die in vorm eenigzins opzich zelf staat en zich het meest bij de Barmen (Acanthls) aansluit. Volgensnieuwere ornithologen, heet het Kneutje ook Llnota cannablna; door anderenweder wordt het onder de Barmen gerangschikt, van welke het zich echter onder-scheidt door zijn breederen en hoogeren snavel en door zijne iets zwaarderepooten. Het bewoont de koude en de gematigde streken van Europa, trekt s wintersmeer Zuidelijk van zijne broeiplaats, en komt dan niet zelden bij geheele vlugtentot ons over; ook blijven eenige voorwerpen hier overwinteren. Zij bezoeken ook onsland op den terugtrek, namelijk van het begin van Maart tot het laatst van April,en vliegen dan gewoonlijk in troepjes van hunne soort. Hier te lande broeijen zijalleen in die provinciën, waar bosschen voorkomen, hoewel zij hoofdzakelijk inheggen en struiken broeijen. In Eng


Size: 1469px × 1700px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorkeul, bookcentury1800, bookdecade1860, booksubjectbirds